Chasing the devil in Tassie... - Reisverslag uit Hobart, Australië van Bart en Han - WaarBenJij.nu Chasing the devil in Tassie... - Reisverslag uit Hobart, Australië van Bart en Han - WaarBenJij.nu

Chasing the devil in Tassie...

Door: Han

Blijf op de hoogte en volg Bart en Han

27 December 2013 | Australië, Hobart

Omdat Monica ons al 1,5 jaar mooie verhalen over Tasmanië aan het vertellen was stond dat hoog op ons lijstje. Op sinterklaasavond namen we dus de ferry van Melbourne naar Devonport. De ferry doet er ongeveer 10 uur over en kwam de volgende ochtend om 6 uur aan in Devonport. Tussen Melbourne en Tasmanië ligt de Bass Strait, die er om bekend staat dat de zee er vrij ruig kan zijn. En dat hebben we mee mogen maken. Toen het schip eenmaal Philip Bay uit was en de Bass Strait invoer werd het inderdaad vrij heftig. Toevallig had ik reispillen bij me en heb ik er preventief maar eentje ingenomen, maar andere medereizigers hadden het helaas zwaar en konden niet alles binnenhouden, hehe. Gelukkig was er een bioscoop aan boord die voor afleiding zorgde en vielen we daarna als een blok in slaap op onze ligstoelen. Toen we de volgende ochtend om half 6 wakker werden waren we alweer in Devonport!
Tasmanië is ongeveer zo groot als de Benelux, maar heeft maar een half miljoen inwoners. Devonport is de op twee-na grootste stad van Tasmanië, maar het is echt een beetje een gehucht, zoiets als Dronten…
Omdat er om half 6 ’s morgens nog niets te doen was hebben we een eitje gebakken op een van de openbare bbq’s die je in elke stad wel tegenkomt. Daarna hebben we een dutje gedaan in de auto en zijn we boodschappen gaan doen. Vanuit het mainland mag je namelijk geen groente en fruit e.d. meenemen naar Tasmanië, omdat dat weer een eigen eiland is en ze bang zijn dat je ziektes e.d. overbrengt. Een van de redenen dat we naar Tasmanië wilden is omdat we de Overland Track wilden doen, een meerdaagse trektocht door de wildernis van Tasmanië waarbij je je eigen tent en eten en drinken mee moet slepen. De rest van de dag hebben we zo’n beetje in de supermarkt doorgebracht om te bekijken hoe we een zo licht mogelijke, makkelijk maakbare en toch calorierijke en lekkere maaltijden konden samenstellen voor de Overland Track. De uitkomst was best goed gelukt vonden we zelf: havermoutpap met noten en gedroogde banaan als ontbijt, noodlesoup en instant mashed potato voor lunch en couscous of rijst of linzen als hoofdgerecht, met tonijn of ansjovis en mais of gevriesdroogde erwtjes erbij. De track begon echter pas op 9 december, dus we hadden nog een aantal dagen voordat we moesten beginnen. Tot die tijd hebben we langs de noord-westkust gereist. De eerste nacht hebben we waarschijnlijk een Tasmaanse duivel naast onze tent gehad, want midden in de nacht hoorden we allemaal gesnuif en vreemde blaffende geluiden naast onze tent… Duivels zijn echte nachtdieren die normaalgesproken alle dode dieren (roadkill) opeten. Op het grasveldje waar we kampeerden lag verderop een dode kleine wallabie, dus waarschijnlijk was hij daar op afgekomen. Langs de noordkust liggen verder allemaal kleine dorpjes waar je o.a. de fairy pinguins kan zien en waar je wat mooie wandelingen kan maken e.d. Verder is er niet heel veel te beleven. In het noordwesten licht Cape Grim, het punt wat de schoonste lucht ter wereld heeft. We hadden hierover een artikel gelezen in National Geographic’s Travel Magazine en wilden de schoonste lucht ook wel eens ruiken! De wind heeft op dat punt namelijk 20.000 km. gereisd vanaf Zuid Amerika tot Tasmanië zonder onderweg land tegen te komen. Er staat een laboratorium wat metingen afneemt en naar de rest van de wereld opstuurt zodat ze de kwaliteit van de lucht met de lucht in Cape Grim kunnen vergelijken. Helaas was het land privégebied en mochten we er niet op komen. We konden het wel zien liggen, maar tussen ons en Cape Grim in stond alleen nog een wei met koeien. We hebben de lucht eens diep ingeademd, maar hij rook vooral naar koe!
Vanaf Cape Grim reden we naar het midden van Tasmanië, waar we de Overland Track zouden gaan lopen. Yves en Monica hebben 2 jaar geleden geprobeerd om de track in de (Australische) winter te lopen maar zijn daarbij ingesneeuwd. Na alle verhalen over de track hadden ze ons enthousiast gemaakt om hem ook te gaan lopen, maar natuurlijk wel in de lente / zomer!
Het lastigste van de track was dat hij niet bij het zelfde punt begint als dat hij eindigt. Je start bij Cradle Mountain en loopt door een heel groot natuurgebied in 85km. naar het zuiden, naar Lake St. Clair. We moesten de auto dus van te voren bij het eindpunt afzetten en daarna bij het beginpunt zien te komen. Je zou verwachten dat er wel een shuttlebus o.i.d. zou rijden, maar dat was helaas niet zo. Er reden wel wat privé busjes, maar die vroegen 250 dollar per persoon! De enige manier om het te regelen was om de auto dus af te zetten en de bus naar Queenstown te nemen op 8 december. De bus naar Queenstown gaat maar 2x per week, dus je moet het allemaal nog goed timen ook. Vanaf Queenstown moesten we vervolgens de bus naar Cradle Mountain pakken, maar die ging een dag later, dus moesten we in Queenstown overnachten. Op zich geen slecht plan, maar Queenstown bleek een shithole redelijk saai oud mijnwerkersdorp te zijn waar tegenwoordig geen drol meer te beleven valt. Zeker niet op zondagmiddag… als het regent… op de camping die te koop staat.. en waar de recreatieruimte dicht is… Na een paar kopjes koffie in het dorp kenden we inmiddels alle bewoners van gezicht. Dat was op zich vermakelijk want een schoonheidswedstrijd zal niemand er ooit winnen. Daarbij kwam nog dat we nergens bereik hadden en we Monica nog ergens over moesten bellen, dus we uiteindelijk in een telefooncel terecht kwamen (ja ze bestaan nog!). Verder was het vooral erg vervelend want de uitvaart van oom Joep was op de dag dat we in Queenstown waren en we wilden eigenlijk nog even contact opnemen met de familie maar dat was dus ook niet mogelijk.
Maar goed, we zijn van pure verveling maar in ons minitentje gaan zitten en hebben daar maar zitten kaarten. De volgende ochtend begon onze eerste etappe van de tocht: van de camping naar de bushalte van Queenstown met al onze bepakking om. Ik denk dat we tussen de 18 en 20 kilo in onze backpacks hadden, want we moesten de tent meenemen, slaapmatjes en slaapzak, kleren, eten, drinken en een gasstelletje. Al vrij snel besloten we dat 5L water meenemen overdreven was omdat we onderweg vast wel water tegen zouden komen dus hebben we al 3L gedumpt.
In de bus van Queenstown naar Cradle Mountain was het erg gezellig want we zaten met nog een ander stel wat de track zou gaan lopen en met een Brits/Australische vader en zoon die hem de dag ervoor net hadden gedaan en ons er dus honderduit over konden vertellen. Je kunt de track in 65 km. lopen als je geen sidetracks loopt (wandeltochten die van het hoofdpad aflopen naar bv. watervallen of mooie bergtoppen) en als je de laatste 17 km. per ferry doet. De vader en zoon hadden het in 4 dagen gelopen en hadden geen sidetracks gedaan en de ferry genomen, omdat ze erg slecht weer hadden. Maar jullie gaan het nog zwaarder krijgen zeiden ze, want voor jullie is er sneeuw voorspelt. How nice is that? Dat Yves en Monica in de winter ingesneeuwd raakten oke, maar sneeuw in de zomer???
Helaas bevestigden ze bij het visitor center van Cradle Mountain het weerbericht en heb ik daar toch nog maar even handschoenen en dikke warme sokken gekocht. Na Nepal hadden we al onze warme trekkingkleren naar huis gestuurd omdat we dachten dat het in Australië toch wel zomer zou zijn, maar dat viel dus even tegen.
Maar goed, op 9 december was het weer gelukkig nog mooi en begonnen we met een lekker zonnetje en temperaturen van rond de 25 graden. In Nepal sliepen we tijdens onze trektochten in teahouses (hutten waar je ook lunch en avondeten kon kopen), dus daarbij hadden we alleen onze kleine rugzak met zo’n 10kg. bij ons. Het was dus weer een nieuwe ervaring om met een grote rugzak op te trekken. De eerste dag van de trek was erg mooi en kwamen we langs een aantal mooie meren en uitzichtpunten van waaruit we over de hele omgeving konden uitkijken. Omdat de bus nogal laat aankwam konden we die dag geen sidetrack naar Cradle Mountain maken, maar dat was niet erg want we hadden nog dagen genoeg om andere sidetracks te doen. Langs de hele track staan een aantal hutten waarin je kunt logeren. Omdat het nu hoogseizoen is moet je de track van te voren reserveren en moet je een tent meenemen voor het geval de hutten vol zitten. Na ongeveer 10 km. kwamen we bij de eerste hut aan en daar bleek gelukkig nog plek zat te zijn, zodat we de tent niet op hoefden te zetten. Het was een hut voor 24 personen en iedereen was al gezellig aan het koken en kletsen e.d. De hutten zijn erg basic, ze hebben ruimte om te slapen, wat tafels en een kachel. Het toilet is buiten en water haal je uit de regenwater tank. Als je water nodig hebt om te drinken of koken moet je het dus koken of zuiveringsdruppels toevoegen. Stroom is er niet, dus als het rond 9 uur donker werd ging iedereen naar bed.
De volgende ochtend werden we wakker en was de temperatuur gezakt tot zo’n 3 graden en was het aan het sneeuwen. En wij maar tegen Yves en Monica zeggen dat het voor ons een eitje zou worden omdat wij het in de zomer zouden doen ;) Gelukkig was het door de sneeuw wel supermooi buiten en werden wij er juist helemaal enthousiast van. Het eerste uur hebben we zelfs kerstliedjes lopen zingen… De tweede dag zou het tot aan de volgende hut maar 7,5 km. zijn, dus rond 11 uur ’s morgens kwamen we al bij onze eindbestemming aan. Sommige anderen besloten door te gaan naar de derde hut, wat nog 17 km. verder was. In eerste instantie wilden we dat niet doen omdat het best ver was en het weer slecht was, maar na de lunch hadden we weer energie en besloten we dat we geen zin hadden om de rest van de dag in de hut te zitten en toch nog maar aan de volgende etappe te beginnen. We vertrokken rond 1 uur ’s middags en op de bordjes stond dat het nog zo’n 5 uur wandelen was. Na een half uur door een sneeuwstorm gelopen te hebben had ik de neiging om om te draaien. Na een uur door de hagel gelopen te hebben werd die neiging alleen maar sterker, zeker omdat we nog minimaal 4 uur te lopen hadden. Maar aan de andere kant hadden we ook geen zin om om te draaien en hetzelfde stuk de dag erna nog een keer te lopen, dus hebben we toch maar doorgezet. Omdat er zoveel sneeuw en regen gevallen was, was het een en al modderbende. De eerste uren probeerden we alle modderplassen te vermeiden door van steen naar steen te springen of van boomwortel naar boomwortel. Maar op een gegeven moment worden je voeten moe en begint je backpack steeds zwaarder te voelen dus geef je gewoon op en liepen we gewoon recht door alle modderplassen heen. Na die dag 24 km. gelopen te hebben konden we allebei geen stap meer zetten en waren we dolblij dat we de volgende hut zagen! Gelukkig waren er nog slaapplekken over en stond ook hier de kachel alweer aan, dus we hebben snel droge kleren aangetrokken en wat warms gemaakt. De derde dag wilden we een sidetrack doen naar Mt. Oakleigh, een van de bergen in de buurt van onze hut. Omdat het echter zoveel geregend had en we door moerasland moesten om daar te komen stonden we met onze knieën in het water. Vlak nadat we vertrokken hadden we een Currawong (grote kraai) met een slang in zijn bek gezien en een Kookaburra die met de Currawong aan het vechten was om de slang. Het idee van slangen die misschien ook wel in het water zaten en het feit dat het water alleen maar dieper werd trok mij niet zo aan, dus hebben we na een kwartier modderworstelen Mt. Oakleigh maar opgegeven. Achteraf was dat maar goed ook, want in dat kwartier hadden we samen al minstens 10 bloedzuigers op onze schoenen en sokken zitten. We besloten om die dag maar een andere sidetrack te doen via een wat droger pad, wat achteraf ook erg mooi bleek te zijn, maar waar we wel nog 10 bloedzuigers erbij kregen. Ondertussen kenden we de meeste andere mensen die de track aan het doen waren ook en was het erg gezellig in de hut. Zo hebben we veel opgetrokken met o.a. een Duits stel van onze leeftijd, 4 Australische mannen van tussen de 55 en 67, een Frans meisje en een Schotse en Franse vrouw. Er was zelfs een meisje van 16 wat de track met haar vader en opa van 75 deed! In de hut had iedereen wel iets wat de rest jaloers maakte… De vier mannen hadden bv. elke ochtend spek en ei als ontbijt en custard met whiskey als toetje en het Duitse stel had warme chocolademelk! Wij hadden een zak doritochips (don’t ask why) en Monica’s Koko Black chocolade en mijn geheime wapen: massages. Als fysio kan je eigenlijk een lege backpack meenemen, want iedereen wil na een lange dag wel een massage in ruil voor wat te eten o.i.d.
Op dag 4 liepen we langs Tasmaniës hoogste berg, mt. Ossa. Dit was een sidetrack die iedereen wel wilde doen, maar omdat het nog steeds regende was het te gevaarlijk om het te doen. Er was echter een groep trekkers die het toch wilden doen en die hun grote backpacks op de splitsing van de Overland Track en de sidetrack naar mt. Ossa achterlieten. Er stonden al allerlei bordjes dat je je tas goed dicht moest maken omdat de Currawongs weten hoe ze ritsen open moeten krijgen, maar dat hadden ze niet gedaan. Toen ze terugkwamen lag de inhoud van hun tas helemaal in de regen verspreid over het pad omdat de vogels inderdaad hun backpacks open hadden weten te krijgen! Op dag 5 hebben we een aantal sidetracks naar watervallen gedaan, wat erg mooi was en wat een mooie afwisseling was van al het regenwoud waar we doorheen liepen. De Overland Track is echt een hele mooie track, maar vanaf dag 3 was het wel erg veel regenwoud en minder afwisseling dan we verwacht hadden. Omdat het op dag 6 weer wat mooier weer werd besloten we daarom een sidetrack naar mt. Acropolis te doen. Dit zou ons wel een dag extra kosten, maar we hadden toch tijd zat en qua eten zouden we het dan net redden. Mt. Acropolis bleek gelukkig de moeite waard te zijn. Het laatste stuk van de berg moesten we echt onszelf aan de rotsen omhoog trekken en was het meer klimmen dan wandelen, maar dat maakte het juist leuk. En het uitzicht vanaf de top was schitterend. We konden helemaal richting mt. Ossa kijken de ene kant op en als we naar de andere kant keken dan konden we het eindpunt (Cynthia Bay) zo’n 30 km. verderop zien liggen.
Die avond sliepen we in een hele kleine hut met nog 4 anderen en hebben we een gezellige avond gehad. De laatste dag zouden we nog zo’n 10 km. moeten lopen naar de laatste hut, de Narcissus Hut, van waarvandaan je de ferry kon nemen of naar Cynthia Bay kon lopen. De ferry kostte 40 dollar per persoon, maar het lopen zou nog eens een extra 17 km. lopen langs het meer zijn. Beide opties waren niet ideaal, maar als we liepen bespaarden we 80 dollar wat we aan een heerlijke maaltijd zouden kunnen uitgeven. En op de kaart stond dat de wandeling langs het meer vlak zou zijn. We vertrokken die dag dus vroeg en vol goede moed. Na 2,5 uur waren we bij Narcissus en hadden we daar een kleine lunch. Vanaf daar liepen we langs het meer en dat zou nog ongeveer 5 uur lopen zijn. Vlak was de route zeker niet, want het ging continu 10 meter omhoog en weer 10 meter omlaag. Daarbij was het nog steeds erg modderig waardoor je niet normaal kon lopen maar meer aan het ploeteren was om over boomwortels en boomstronken of onder bomen door te klimmen. Oh ja, en we hadden onze zware backpacks nog steeds om… Na 8 uur wandelen hadden we het dus compleet gehad en konden we geen boom meer zien. Op dat moment kwamen we gelukkig een oude Oostenrijker tegen die waarschijnlijk aan ons zag dat we het helemaal gehad hadden en ons vertelde dat we er bijna waren. We konden hem allebei wel zoenen!
Na een zware 27 km. kwamen we moe bij het Visitor Centre bij Cynthia Bay aan. Ik verwacht na deze track dat de Nijmeegse vierdaagse ongetraind geen probleem moet zijn ;)
Gedurende de track had iedereen het er over dat de hamburgers bij het restaurant van het Visitor Centre zo geweldig waren. Het idee van een hamburger bij het eindpunt had ons door de laatste 5 uur wandelen heen gesleept, maar we dachten dat hij waarschijnlijk wel tegen zou vallen.
Maar nee, hij overtrof al onze verwachtingen: we kregen een flink bord friet met mayonaise met daarnaast een hamburger met spek en ei erop en daarbovenop nog een hamburger met kaas… Hmmm… gelukkig wisten ze precies waar we na een week trekken naar hadden zitten smachten!
Die avond besloten we onze tent op te zetten op de camping bij het Visitor Center zodat we eindelijk konden douchen en de was konden doen!
Het klinkt waarschijnlijk alsof we onszelf alleen maar gepijnigd hebben door de trek te lopen, maar het was wel heel mooi en gaaf!
De volgende dag besloten we dat we even een echt bed nodig hadden en namen we een hostelletje in Launceston, de op een na grootste stad in Tasmanië. Het was heerlijk om even bij te komen in een normaal bed… ware het niet dat we om 3 uur ’s nachts wakker schrokken van het brandalarm en het hele hostel geëvacueerd moest worden. Toen de brandweer arriveerde bleek het gelukkig een defect in het brandalarm te zijn en mochten we allemaal weer terug naar binnen.
Na 2 nachten bijgekomen te zijn in Launceston besloten we om via de oostkust van Tasmanië naar Hobart te rijden, de hoofdstad in het zuiden.
De oostkust is echt schitterend en heeft supermooie stranden en baaien. We hebben dus weer een paar nachten langs het strand gekampeerd waarbij onze tent echt bijna op het strand stond! De eerste nacht kampeerden we bij de Bay of Fires en kwamen we het Duitse stel weer tegen wat we ook op de trek gezien hadden. De dag erna trokken we door naar het mooie Freycinet Peninsula. Onderweg kwamen we langs een wildlife park waar ze Tasmaanse Duivels hadden. Omdat we van iedereen gehoord hadden dat het erg zeldzaam is om ze in het echt te zien en we ze wel wilden zien besloten we 45 dollar te betalen en de Duivels te zien. Het wildlife park was wel gaaf, want je kon er de kangaroo’s en wallabies gewoon uit je hand voeren en de wombats aaien. De duivels waren erg schattig, ook al zijn ze niet erg knap. Het is een beetje een mix tussen een Jack Russel en een varkentje… een beetje zoals Frankenweenie. Ze eten ook alles wat los en vast zit (veel roadkil, wat soms al aan het rotten is) en hebben ijzersterke magen. We waren er bijna getuige van dat een devil de vingers van een Engelse vrouw opat, hehe. Sinds 1995 zijn veel devils besmet met de Devil Facial Tumor Disease, waar ze binnen 8 maanden aan sterven. Langzaam aan verdwijnen er dus veel devils en zijn ze bang dat ze met uitsterven bedreigd raken. Er zijn dus heel veel “breeding program’s”, waar ze gezonde devils probeerden te fokken.
Na het wildlife park reden we door naar Freycinet. De dag erna hebben we daar een hele mooie wandeling naar Wineglass Bay en de Hazards gemaakt. Onderweg kwamen we een baby tigersnake tegen! ’s Avonds begon het weer te gieten en hebben we onder een tentzeil moeten koken.
Op onze laatste dag voordat we naar Hobart reden draaiden we ’s morgens in de auto het liedje “Chase the devil tonight” van the Eagles of Death Metal.
Toevallig hadden we ook een flesje wijn gekocht bij een winery die “Devils Corner” heette. ’s Avonds hebben we tijdens de zonsondergang op het strand kerstfoto’s genomen en wilden we daarna van ons lekkere wijntje genieten.
Toen ik de selftimer van het fototoestel aan het instellen was riep Bart opeens “Daar loopt een Tasmaanse duivel!”. En ja hoor, verderop liep er eentje! Achteraf hadden we genoeg voortekenen gehad dat we er die dag een tegen zouden komen ;) Een beetje jammer dat we net de dag ervoor 45 dollar hadden betaald om er een te zien, maar wel heel gaaf om hem in het wild te zien. Ik wilde hem natuurlijk op de foto zetten, maar omdat de selftimer nog op 10 seconden stond is dit mislukt. We hebben hem nog achterna gezeten net als in het liedje, maar hij was helaas al lang gevlucht! Met een mooie zonsondergang en ons lekkere wijntje hadden we wel een hele bijzondere avond!
Afgelopen zondag reden we ’s avonds naar Hobart waarbij we bij de moeder van Monica mochten logeren. We hadden haar moeder al een keer gezien toen ze vlak voor ons vertrek in Nederland op bezoek was, dus het was leuk om haar weer te zien. Ook logeerden Monica’s 3 kleine nichtjes bij haar, dus het was een gezellige boel! Maandag hebben we Hobart een beetje verkend en voor elkaar toch een kerstcadeautje gekocht. Dinsdag hebben we onze diners voor kerstavond en eerste kerstdag voorbereid en hebben we 3 supermarkten afgezocht voor een stuk lekkere oude Hollandse kaas!
’s Avonds was Monica’s moeder bij de buren uitgenodigd en hebben wij samen een heerlijk kerstdiner gemaakt! De dag erna zou ze bij andere buren gaan eten, maar op kerstochtend werden we opeens uitgenodigd om ook mee te gaan. Uiteindelijk zaten we dus ’s middags bij de buren aan tafel en kregen we een uitgebreid kerstdiner met kalkoen en christmaspudding e.d. voorgeschoteld. Het was wel een beetje vreemd om je kerstdiner bij totale vreemden te eten, maar wel erg gezellig en heel aardig van ze dat ze ons ook uit hadden genodigd! Vanmorgen, op tweede kerstdag, hebben we even met Nederland geskyped (die nog aan het kerstdiner van eerste kerstdag zaten door het tijdsverschil). Daarna kwam een van de buurvrouwen op bezoek en hebben we een champagneontbijt / lunch gehad. Na een middagdutje kwam vanmiddag Monica’s zus Louise met haar vier kinderen op bezoek en hebben we een gezellige middag met hen gehad. Ons geplande kerstdiner voor eerste kerstdag (Limburgs konijn-die-eigenlijk-kip-is) is dus nog steeds niet aangeraakt en moet tot zaterdag wachten omdat we morgenavond uitgenodigd zijn om bij Louise en haar familie te komen eten. Omdat iedereen zo aardig en gastvrij voor ons is zijn we dus nog bijna niet aan sightseeing toegekomen!
Zondag vliegen we alweer weer door vanuit Hobart naar Sydney. We hebben een kleine dag in Sydney en gaan proberen Yves nog even te zien, die in de buurt van Sydney aan een ander zandsculptuurproject bezig is. Maandag vliegen we vervolgens weer door naar Auckland, Nieuw-Zeeland, en begint weer een nieuw avontuur!
We hopen dat jullie allemaal een hele leuke en gezellig kerst gehad hebben en willen iedereen een heel fijn en gezond 2014 wensen!

Voor de foto's van de Overland Track zie:

https://www.facebook.com/media/set/set=a.630699733635289&type=1&l=cdaa053417

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart en Han

Actief sinds 01 Mei 2013
Verslag gelezen: 284
Totaal aantal bezoekers 25949

Voorgaande reizen:

01 Juli 2013 - 01 Juli 2014

Bart en Han op wereldreis

Landen bezocht: