On the road again... - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Bart en Han - WaarBenJij.nu On the road again... - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Bart en Han - WaarBenJij.nu

On the road again...

Door: Han

Blijf op de hoogte en volg Bart en Han

27 December 2013 | Australië, Melbourne

The Roadtrip met double denim, urban man, dirty beach en eagle-eyes continues.

Alweer anderhalve maand geleden eindigde we ons vorige stukje met Yves en Monica in national park the Grampians, vanuit ons hostel tussen de kangoeroes. We hebben intussen alweer zoveel beleefd dat dit alweer heel erg lang geleden lijkt.
Gelukkig zijn de meeste dingen die we mee gemaakt hebben super mooie ervaringen geweest. Helaas is het niet altijd leuk om in het buitenland te zitten. Begin december kregen we slecht bericht vanuit het thuisfront.
Bart’s oom Joep is plotseling overleden. Op zulke momenten is het gewoon balen om aan de andere kant van de wereld te zijn en je verdriet niet met je familie te kunnen delen en niet bij de uitvaart aanwezig te kunnen zijn.
Oom Joep en tante Marlie hebben altijd een speciaal plekje in ons hart gehad en het is nog steeds moeilijk om te geloven dat Joep er nu niet meer is. We zullen je missen!
De kerstbrief die mijn ouders dit jaar aan al hun vrienden en familie rondstuurden ging over dat het zo belangrijk is dat je zowel leuke als minder leuke momenten met familie en vrienden kunt delen. In dit geval kon het niet minder waar zijn. Ook al zitten we aan de andere kant van de wereld, toch is het fijn dat je op zware momenten toch even kunt skypen met je familie of een lief smsje van vrienden krijgt.

Gelukkig hebben we de afgelopen maand ook hele mooie momenten beleefd. Na de Grampians zijn we in de richting van de Great Ocean Road gereden. Vlakbij het begin van de Great Ocean Road wonen Bart zijn oude buren, de familie Nijskens. Zij zijn ongeveer 10 jaar geleden vanuit Pesaken naar Terang geëmigreerd en hebben daar een boerderij met melkkoeien overgenomen. We werden door Cyril en Marjo met open armen ontvangen en kregen eerst een rondleiding door de stal. Na de koffie met Hollandse koekjes kwamen ook dochters Emmelie en Desiree met haar man Mick binnendruppelen en hebben we ’s avonds gebarbecued. Het was voor Bart erg gezellig om hen na zo’n lange tijd weer te zien en voor Yves, Monica en mij heel leuk om ze te leren kennen. Na een gezellige avond mochten we blijven slapen in hun tweede woning 20 km. verderop. We werden zelfs uitgenodigd om nog een nachtje langer te blijven! De volgende ochtend stond Marjo voor de deur met een tas vol Hollandse lekkernijen zoals appelstroop, hagelslag, bruinbrood, koekjes en appelmoes. Echt super lief.
De dag erna hebben we het eerste deel van de Great Ocean Road gereden. De Great Ocean Road loopt langs het strand en de oceaan tot bijna aan Melbourne. Het eerste stuk heeft de befaamde 12 apostelen en een aantal hele mooie baaien, waarlangs we flink hebben uitgewaaid. ’s Avonds zijn we door Marjo en Cyril uitgenodigd om mee uit eten te gaan en hebben we nog een hele gezellige avond met hen gehad. Helaas moesten we ’s avonds al afscheid nemen, maar hopelijk komen ze snel weer een keertje carnaval vieren in Nederland!
De dag erna reden we door naar Apollo Bay, een van de meest toeristische plaatsen langs de Great Ocean Road. Het eerste stuk reden we binnendoor via het Otway National Park, omdat we de weg langs de kust de dag ervoor al hadden gereden. Onderweg reden we door mooie regenwouden afgewisseld door heuvelachtig gebied en bossen met euchalyptusbomen. In de eucalyptusbomen zaten heel veel koala’s die je van heel dichtbij kon bekijken. Zelfs Monica had nog nooit meegemaakt dat je ze van zo dichtbij kon zien. We hebben een paar koala’s met kleintjes gezien en als je een tak met bladeren voor ze hield kon je sommigen zelfs voeren! Die avond sliepen we in Apollo Bay bij Monica’s vriendin Julie Parker en haar vriend Jonno. Julie en Jonno wonen een beetje buiten het dorp, midden tussen het regenwoud. Ze wonen er schitterend in een heel leuk huisje, en af en toe komen de papegaaien gewoon bij ze op de veranda zitten. Ook Julie en Jonno nodigden ons uit om nog een dagje langer te blijven, dus dat aanbod namen we ook weer graag aan!
Helaas kwam aan het eerste deel van onze roadtrip bijna een eind, want Yves moest 17 november terug naar Adelaide vliegen om aan zijn zandsculpturen project te beginnen. Op 16 november reden we dus het laatste stukje van de Great Ocean Road, van Apollo Bay naar Melbourne waarbij we nog een gezellig afscheidsavondje hebben gehad.
Na een nachtje in een 16-persoons slaapzaal in een hostel in Melbourne moesten Yves en Monica al vroeg op om naar het vliegveld te gaan. Aangezien we weinig slaap hadden gehad omdat er elke 10 minuten wel iemand op de slaapzaal naar het toilet moest, terug kwam van het stappen of vroeg op moest om zijn vlucht te halen, besloten we voor de andere nachten een ander hostel te boeken, die bij Monica’s huis in Melbourne om de hoek lag. We zijn nog een aantal nachten in Melbourne gebleven om de stad te bekijken en met Monica en haar huisgenoot / vriend Paul naar het strand geweest. Ondertussen hebben we bedacht dat we na Melbourne een roadtrip / campingtrip door Victoria wilden gaan maken. We hebben een tent, luchtbed, kookstelletje en pannen e.d. gekocht en Monica was zo lief om ons voor de rest van onze tijd in Australië haar auto te lenen. (Thanx, je bent een schat!).
Op 20 november vertrokken we dus vanuit Melbourne met de auto vol campingspullen en boodschappen (van je raad het nooit… de Aldi).
De eerste bestemming was national park de Dandenong Ranges waar ze een heel mooi regenwoud hebben met hele oude en grote bomen.
Tijdens de lunch gingen we op een mooi plekje picknicken. We rustig van onze salade met tonijn te genieten toen er opeens een kookaburra op onze tafel landde. We schrokken ons rot, want die zijn best groot. Bart probeerde hem weg te jagen, maar daar trok hij zich niets van aan en hij begon rustig de tonijn van mijn bord af te pikken. Uiteindelijk wisten we hem weg te jagen, maar hij bleef ons in de gate houden en proberen om op onze tafel te komen. We hebben dus maar omstebeurd gegeten en de wacht gehouden om de kookaburra weg te jagen. Crazy kookaburra’s!
Omdat we nergens een camping konden vinden vroegen we aan de ranger van het park waar we konden kamperen. Hij zei dat er zo’n 20km. buiten het park wel een camping was, maar dat dat niks was omdat het allemaal beton e.d. was. We wilden waarschijnlijk een veel mooier plekje tussen de natuur. Eigenlijk mochten we niet in het park kamperen, maar als we daar en daar gingen staan dan hadden we wel een mooi plekje. Als iemand dan zou klagen zouden we gewoon moeten zeggen dat we toestemming van ranger Paul hadden. Onze eerste nacht gingen we dus meteen al semi-illegaal kamperen.
Pas in de schemering durfden we onze tent op te zetten en de volgende ochtend zijn we alweer om 6 uur opgestaan om snel de tent in te pakken en verder te gaan. Om 6 uur was er echter al een groepje dames van middelbare leeftijd aan het sporten op het veldje naast onze tent, dus die zullen wel vreemd opgekeken hebben toen wij daar stonden.
De tocht ging verder via de Yarra Ranges, waar een paar jaar geleden een hele grote bosbrand is geweest, de Black Saturday Bushfires. We zijn door de Healesville en Marysville heengereden, de dorpjes die toen het zwaarst getroffen zijn. Het was wel erg indrukwekkend om kilometers ver alleen maar kale, witte eucalyptusbomen te zien. Ik had verwacht dat alle bomen helemaal zouden opbranden, maar omdat de eucalyptusbladen veel olie bevatten en de wind toen erg sterk was is het vuur snel verspreid, maar zijn vooral de bladeren en de basten verbrand. De boomstammen staan er dus nog steeds, als herinnering aan de tragedie die toen plaats heeft gevonden. Die dag zat alles tegen, het was boven de 40 graden, heel droog en er stond een hele sterke wind vanaf de verkeerde kant. Het vuur heeft zich met 100 km/h verspreid, maar als je daar over de heuvelachtige slingerwegen rijdt merk je dat je op die wegen lang geen 100 km/h kan rijden en je het vuur dus nooit eruit kunt rijden! Er zijn toen heel veel huizen verwoest en mensen omgekomen. In een koffietentje waar we wat gedronken hebben hadden ze allemaal krantenknipsels bewaard van de bushfires en het was erg indrukwekkend om alle (persoonlijke) verhalen te lezen.
We reden een paar uur verder door over een onverharde weg waar we gemiddeld maar zo’n 40 km/h konden rijden. We waren echt in de middle of nowhere beland en kwamen af en toen een dorpje tegen wat in de tijd van de goudkoorts opgericht was en er nu nog ongeveer net zo uitzag. We hadden ook nergens bereik met onze iphones, dus gelukkig kregen we geen pech onderweg! Die nacht kampeerden we langs een klein stroompje op een openbare, gratis camping. Australië heeft hele goede voorzieningen zoals picknickplekken, openbare bbq’s en gratis of goedkope campings van nationale parken. Bij de laatste is dan meestal alleen een composttoilet aanwezig en geen water, douche of stroom. Je moet dus zorgen dat je voldoende water e.d. bij je hebt en het komt erop neer dat je de dag erna je afwas bij een kraantje in een openbaar toilet staat te doen.
Midden in de nacht moest ik de tent uit omdat het Indische eten wat we gekookt hadden niet meer goed was. Op hetzelfde moment brak er 15 m. van ons vandaan een hele grote tak van een boom af, waardoor we ons rotschrokken. Blijkbaar doen eucalyptustakken dat vaker hoorden we de dag erna, m.n. bij temperatuurswisselingen e.d. Ze worden ook wel “widowmakers” genoemd, dus je moet in Australië altijd zorgen dat je je tent niet onder een boom zet.
De volgende dag vulden we onze flessen water dus bij, deden we de afwas in een openbaar toilet en laadden we in een koffietentje onze telefoons op. Onderweg bekeken we steeds waar de reis verder heen zou gaan. De volgende bestemming werd Mount Buffalo National Park, een mooi gebergte met hele grote rotsen. Bovenop de berg lag een mooi meertje met een camping er aan. Deze camping was niet gratis, maar je moest er in een brievenbus een envelop met 3 dollar 40 (= ong. 2 euro 50) per kampeerplek stoppen met je naam en kenteken van je auto erop. Een geweldig systeem.
’s Avonds hebben we aan het meer de zonsondergang bekeken en met een paar oudere Australiërs aan het kampvuur gezeten. De volgende ochtend zijn we rondom het meer gaan hardlopen. Helaas was het de rest van de dag regenachtig, maar omdat we toch wat van het national park wilden zien hebben we toch een paar mooie wandelingen gemaakt. Ook hier werden we tijdens de lunch weer lastig gevallen door kookaburra’s, honey-eaters en coorrawongs (een soort grote kraaien). Ze vielen niet alleen ons lastig, maar vielen ook elkaar aan waardoor ze de hele tijd over ons heen doken. Na nog een tweede nacht op dezelfde camping reden we door naar het volgende national park, de Snowy Mountains. Midden in het park stonden we op een camping waarbij we letterlijk tussen de kangoeroes en wallabi’s stonden. Als je een rondje over de camping liep of naar het toilet liep dan kwam je geheid een paar kangoeroes tegen. Eentje had zelfs een Joey (kleintje) die zijn hoofd in de buidel van zijn moeder verstopte om zich veiliger te voelen als we langsliepen, echt schattig. De Snowy Mountains waren erg mooi, maar helaas regende het de dag erna weer flink waardoor we weinig zin hadden om er een wandeling grote wandeling te maken, dus hebben we een korte wandeling door het skigebied gemaakt. Omdat het hier nu zomer is lag er maar een klein beetje sneeuw, maar de Snowy Mountains hebben hun naam wel in eer gehouden.
Na de Snowy Mountains, die net in de volgende staat (New South Wales) liggen, zijn we weer terug naar Victoria gereden. Ons plan was om via de kust weer terug naar Melbourne te rijden. Onderweg hebben we op de mooiste plekken langs het strand gekampeerd. Op een van de eerste campings hebben we een hele mooie zonsondergang gezien, de volgende ochtend heerlijk op het strand ontbeten en daarna een wandeling naar de zandduinen gemaakt. Omdat het lekker weer was waren we erop bedacht dat we evt. slangen tegen zouden kunnen komen. Zeker omdat de Ranger van het National Park ons verteld had dat hij er de dag ervoor al 2 gezien had. En ja hoor op een gegeven moment lag erop het smalle wandelpaadje een dikke zwarte slang van zo’n 1,5 meter op te warmen in de zon. Erg fijn, want zo’n beetje alle slangen in Victoria zijn erg giftig en in het voorjaar hebben ze nog al het gif van de winter opgeslagen. Nice… ik wilde het liefst meteen omkeren maar Bart was vastbesloten om verder te gaan. Monica had ons al als tip gegeven dat je hard met je voeten op de grond moet stampen zodat de slang aan de trillingen voelt dat je er aan komt en wegkruipt. Bart besloot er ook nog een steen heen te rollen om hem weg te jagen. Langzaam aan werd de slang een beetje wakker en kroop hij de bosjes in. Bart liep vervolgens heel rustig had pad af en ik sprintte langs de slang (de tweede persoon wordt namelijk vaker gebeten dan de eerste). Achteraf hoorden we dat het een red-bellied black was en dat stenen er naartoe rollen niet echt een goed idee is omdat ze zich dan aangevallen kunnen voelen. De kans dat je overigens gebeten wordt is vrij klein. Inmiddels weten we ook wat je moet doen als je gebeten wordt: stil blijven liggen, niet in paniek raken en compressie uitoefenen op het ledemaat wat gebeten is. Het gif verspreid zich nl. via je lymfestelsel en als je beweegt pomp je het richting je hart. Als je in paniek raakt dan komt er extra adrenaline vrij en dit werkt ook ongunstig. Ondertussen moet er natuurlijk wel iemand anders antigif gaan halen. (Inmiddels zitten we al in Tasmanië en hebben we daar ook nog een baby Tiger Snake gezien. Pas gisteren hoorden we echter dat er in Tasmanië momenteel geen antigif aanwezig is omdat een van de apothekers de koelkastdeur open heeft laten staan en al het antigif niet meer goed is… Nice!) Maar genoeg over slangen nu!
We hebben nog een aantal nachten aan de kust gekampeerd op de mooiste plekjes. Richting Melbourne kwamen we langs Wilsons Promontory, een prachtig natuurgebied aan de kust met hele mooie baaien, bergen en grote rotsen met een soort oranje mos erop. Ook hier vonden we weer een mooie camping in het national park. De meeste campings zijn gratis of vrij goedkoop, maar deze was 34 dollar per nacht, wat erg duur is. Omdat we na 5 uur aankwamen was de receptie echter al dicht en zouden we de volgende ochtend moeten betalen. Maar aangezien de receptie de volgende dag pas rond 9 uur openging zorgden we dat we rond 8 uur de tent en al onze spullen in hadden gepakt en weg konden rijden zonder dat ze ons gezien hadden!
Als je een jaar gaat reizen moet je soms creatief met je geld omgaan toch?
We reden met de auto naar een strandje dichtbij en hebben daar lekker op onze klapstoeltjes op het strand ontbeten! De rest van de dag hebben we allemaal wandelingen door Wilsons Prom gemaakt over strandjes, door natuurgebieden en Mt. Oberon beklommen, een berg waar vandaan je een schitterend uitzicht over het natuurgebied en de oceaan had. Qua natuur was het er schitterend maar we zijn ook heel veel verschillende dieren tegen gekomen: op de camping liepen verscheidene wombat’s rond en later op de dag zagen we o.a. nog kangaroes, wallabies en emu’s. Het enige dier wat we nog niet hebben gezien is de platypus. ’s Avonds zijn we weer na 5 uur de camping op gegaan en hebben we dezelfde strategie als de dag ervoor weer toegepast. Australië hoeft helemaal niet duur te zijn ;)
Via Philip Island reden we de dag erna door naar de Mornington Peninsula. Philip Island staat bekend om een kleine soort pinguins, de fairy pinguins, die elke avond het strand op komen lopen in een hele rij. Helaas konden we dat spektakel niet zien omdat we er midden op de dag waren, maar ze hadden er ook een eiland waar zeehonden en zeemeeuwen in grote getalen aanwezig waren. De Mornington Peninsula is een schiereiland wat vlakbij Melbourne ligt en waar vooral veel mooie stranden zijn. Yves was momenteel zandsculpturen aan het maken in Frankston, wat ook aan de Mornington Peninsula lag. Naast lekker op het strand gelegen te hebben, hebben we dus ook nog een dag met Yves en Monica afgesproken in Frankston en nog een avond met zijn allen in Melbourne doorgebracht voordat we op sinterklaasavond de ferry van Melbourne naar Tasmanië namen! Het was erg gezellig om Yves en Monica nog even te zien en nog een avondje op het dakterras van ons oude hostel in Melbourne naar de zonsondergang te kijken en een wijntje te drinken. Helaas moest Yves de dag erna al weer vroeg naar Frankston en moest Monica ’s middags werken bij Koko Black. Koko Black is een keten van bonbon zaken waar ze naast bonbons allerlei andere heerlijke chocola en de beste warme chocolademelk ooit verkopen. We hebben Monica dus nog even aan het werk gezien en kregen nog een Sinterklaascadeautje van haar mee voor op de ferry: een tasje vol met superlekkere Koko Black bonbon’s en andere chocola! Echt lief!


Voor de foto's van de roadtrip met Yves en Monica zie:

https://www.facebook.com/media/set/set=a.630317457006850&type=1&l=5d8efb8eb3

En voor de foto's van de roadtrip door Victoria zie:

https://www.facebook.com/media/set/set=a.630312903673972&type=1&l=720c59c837

  • 21 Januari 2014 - 16:50

    Han En Martin:

    Hallo lieve Hanneke en Bart, gister hoorde ik van Jeanine dat jullie gaan trouwen. Vanuit Mechelen willen wij jullie dan veel geluk toewensen (alvast). Wanneer je het samen op wereldreis zo leuk kan hebben en nog steeds samen zijn, moet een 50jarige bruiloft er toch ook inzitten!!!!Liefs en fijne voortzetting van jullie reis, Hanna en Theke.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart en Han

Actief sinds 01 Mei 2013
Verslag gelezen: 326
Totaal aantal bezoekers 25938

Voorgaande reizen:

01 Juli 2013 - 01 Juli 2014

Bart en Han op wereldreis

Landen bezocht: