I would walk 100 miles and I would walk 150 more - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Bart en Han - WaarBenJij.nu I would walk 100 miles and I would walk 150 more - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Bart en Han - WaarBenJij.nu

I would walk 100 miles and I would walk 150 more

Door: Han en Bart

Blijf op de hoogte en volg Bart en Han

17 Oktober 2013 | Nepal, Pokhara

Het is alweer eventjes geleden dat we voor de laatste keer een verslagje geschreven hebben, maar time flies when you’re having fun!
Al meer als een maand geleden kwamen we terug van onze Everest Trek. Terug in Kathmandu zijn we weer naar ons vertrouwde hostel gegaan en hebben we eerst een paar daagjes genomen om bij te komen en te bedenken wat we verder wilden gaan doen in Nepal. Het trekken was ons erg goed bevallen dus eigenlijk wilden we nog wel een trek doen, zoals bijvoorbeeld de Lantang of de Annapurna Trek. De laatste scheen heel mooi te zijn, maar was 16 tot 19 dagen volgens alle reisgidsen en dat vond vooral Bart veel te lang. Nadat we met Raj, de manager van ons hostel, gekletst hadden vertelde hij dat we de Annapurna Trek ook wel in 14 dagen zouden kunnen doen, gezien het tempo waarin we door de Everest Trek gegaan waren. We raakten er steeds enthousiaster over en besloten de Annapurna Trek te gaan doen. We twijfelden alleen of we dit keer weer een gids zouden nemen of niet. Van een aantal mensen hoorden we dat het heel goed te doen was zonder gids en het leek Bart wel een uitdaging om zelf de weg te vinden, dus we besloten het zonder gids te doen. Voordat we konden vertrekken moesten we nog wel wat dingetjes regelen. Ons visum voor Nepal zou midden in de Trek verlopen dus die moesten we eerst gaan verlengen en we moesten nog trekking permits regelen. De dag voordat we wilden vertrekken was er echter een grote staking in Kathmandu. De Nepali hebben een aantal jaar geleden hun koning afgezet en hebben een sindsdien nog steeds geen grondwet gevormd. De huidige regering schijnt vrij corrupt te zijn en vanuit het hoger gerechtshof hebben ze nu besloten dat er nieuwe verkiezingen moeten komen omdat die grondwet er met de huidige regering niet gaat komen. De communistische partij probeert dit nu te saboteren en heeft een staking georganiseerd. Dit hield in dat alle winkels in Kathmandu dicht waren en er geen auto’s, taxi’s en bussen rond mochten rijden die dag. Dit was aan de ene kant vervelend omdat we naar de andere kant van de stad moesten om alles te regelen. Aan de andere kant was het heerlijk, want Kathmandu is vol met stoffige zandwegen en geasfalteerde wegen met kuilen erin. Daarnaast zorgen alle scooters, oude auto’s en bussen voor heel veel uitlaatgassen, dus je merkte eigenlijk meteen dat de lucht een stuk schoner was. Ook was het heerlijk om gewoon rustig over straat te kunnen lopen zonder constant getoeter (voor no reason) van al het verkeer. Nadat we alles geregeld hadden zijn we op aanraden van wat mensen die we in het hostel ontmoet hadden bij de beroemde “Snowman Bakery” heerlijke taartjes gaan eten. Omdat we ff bij wilden komen van al het zelfde eten op de Everest Trek en omdat de stukken taart maar 50 eurocent per stuk kosten (en goddelijk waren) hebben we er allebei 3 geproefd en een grote brownie meegenomen voor in de bus de volgende dag.
Op vrijdag 13 oktober, 3 dagen nadat we terugkwamen van Everest, stapten we alweer in de bus op weg naar Bhulbuhle, ons beginpunt voor de Annapurna Circuit. Vrijdag de 13e is misschien niet de beste dag om met het openbaar vervoer te reizen in Nepal. We namen een local bus (deze had geen vastgebonden geiten op het dak, andere bussen wel). Alle vrachtauto’s en bussen zijn in Nepal heel mooi versierd, net als in India. Het image van de buschauffeur wordt een beetje gereflecteerd in zijn bus, dus ze zijn van buiten helemaal beschildert en van binnen helemaal gedecoreerd met allemaal felle kleurtjes, soms zelf met altaartjes e.d. in de bus. Elke buschauffeur heeft een of meerdere hulpjes, meestal jongens van tussen de 12 en 16 jaar. De bus rijdt met de deur open en de jongetjes hangen uit de deur en roepen naar iedereen langs de kant van de weg waar de bus heengaat en of ze meewillen. Echte bushaltes bestaan niet lijkt wel. De bus stopt soms dus om de paar honderd meter en over de ong. 150km. naar Bhulbuhle hebben we van ’s morgens 8 uur tot ’s middags 4 uur gedaan.
De jongens hebben een soort apart communicatiesysteem met de buschauffeur. Als ze 1 keer op de zijkant van de bus slaan dan moet de chauffeur stoppen omdat er iemand in wil stappen, als ze 2 keer slaan dan moet hij verder rijden. De chauffeur heeft op zijn beurt weer een apart communicatiesysteem met de rest van het verkeer. Als hij 1 keer toetert betekent dit dat hij iemand wil inhalen. Als hij 2x toetert betekent het “hoor je me niet, ik wil er langs.... schuif op”. Als hij continu blijft toeteren dan betekent het “gvd... als je nu niet opschuift dan zit ik op de tegenligger dus trap op je rem en laat me er langs”. Maar het toeteren heeft nog vele andere betekenissen. Na een lange, hobbelige rit kwamen we aan in Bhulbhule. Het laatste uur van de busreis was over een zandweg wat eigenlijk al deel van de Annapurna Circuit uitmaakt. We vroegen ons af hoe de bus in godsnaam over dit pad kon rijden, aangezien het pad vol met enorme kuilen zat, door riviertjes heenging en vrij steil bergopwaarts en –afwaarts ging. Maar goed, we kwamen er. Het ging net zo snel als lopen!
De volgende dag begonnen we aan onze trek. De Annapurna Circuit is een ronde van ong. 220km. die helemaal om het Annapurna gebergte heengaat. Het begin- en eindpunt zijn niet hetzelfde en het hoogtepunt van de trek is de Thorung La pass, op ong. 5400m. In totaal zijn we zo’n 10km. omhoog gelopen en 10km. weer omlaag. De trek begon vrij laag, rond 800m., dus de eerste dag liepen we door mooie rijstvelden en boerendorpjes. Het was overal erg groen en tropisch (bananenbomen e.d.) en we kwamen veel kindjes tegen die snoep en pennen van ons wilden of waarbij we tol moesten betalen (3 eurocent) om verder over het pad te mogen. Een aantal jaar geleden bestond de Annapurna Circuit alleen uit een wandelpad. Ze zijn dit pad echter aan het verbreden tot een motorroad, waar jeeps e.d. overheen kunnen. Hierdoor is het echter minder mooi om over te lopen, dus worden er overal weer side-tracks aangelegd om nieuwe wandelpaden te creëren. Over een paar jaar kan je de hele ronde waarschijnlijk per jeep doen. Het was dus soms even zoeken voordat we het wandelpad vonden, maar gids Bart deed zijn werk goed! Door de motorroad zie je ook veel minder “porters” als op Everest, die al het eten e.d. naar boven slepen. De eerste dagen hebben we vrij lange dagen gemaakt van rond de 8 uur lopen per dag, om ons aan ons schema te houden. Fysiek was het dus redelijk vermoeiend, ook omdat we de Everest Trek nog in de benen hadden zitten. Maar de natuur was wel supermooi en erg afwisselend. Elke paar honderd meter die we stegen veranderde de omgeving weer. Omdat we vrij laag begonnen en omdat de monsoon bijna ten einde was hadden we ook erg mooi weer onderweg en waren er veel meer andere toeristen. In de guesthouses en tijdens het lopen kwamen we veel leuke mensen tegen die je vervolgens vaker tegenkwam omdat iedereen ongeveer dezelfde route loopt. De meeste avonden gingen dus supersnel voorbij omdat we hebben zitten kletsen met anderen. Na 4 dagen zaten we onderweg te lunchen rond “Upper Pisang” toen iemand tegen ons zei “herkennen jullie me niet”. Toen hij zijn zonnebril afzette bleek dat het Krishna te zijn, de broer van Raj, de manager van ons hostel in Kathmandu. Krishna is een gids en had ons van het vliegveld afgehaald toen we uit Lukla terugkwamen. Hij deed nu de Annapurna Circuit samen met Samantha en Simon uit Nieuw-Zeeland. Tijdens de lunch hebben we met hen zitten kletsen en het klikte meteen wel heel leuk, dus de dagen daarna hebben we heel veel met hen opgetrokken en dezelfde guesthouses genomen e.d. De omgeving van Upper Pisang en Manang was erg mooi. Het lag rond de 3000-4000m. en deed ons een beetje aan een national park in Amerika denken. Er waren veel uitstekende rotsen, bomen en het was tevens een beetje woestijnachtig, met van dat rode zand als bij de grand canyon. Manang was een wat groter dorpje en daar besloten we een dagje langer te blijven als rustdag / acclimatiesatiedag aan de hoogte. In ons guesthouse “ het Yak Hotel”, verbleven naast Sam en Simon nog een groep gezellige jongeren, die we de rest van de trek ook steeds weer op verschillende plekken tegenkwamen. Op onze rustdag hebben we een acclimatiesatieklim naar ong. 4000m. gemaakt. We klommen een berg omhoog waar alleen maar koeien, paarden en geitjes (+ een herder) rondliepen en waar het verder superrustig was. Het uitzicht was schitterend, we konden over het hele bergketen, de vallei en Manang en uitkijken. Vlakbij een boomgaard hebben we daar onze meegebrachte broodjes opgegeten en van het uitzicht genoten. Na Manang begonnen we de hoogte weer te voelen en moesten we het rustiger aan gaan doen. We hadden twee dagen tussen Manang en de Thorung La Pass. Omdat we zo hoog kwamen nam de vegetatie weer af en vlak voor de pas groeide er weer bijna helemaal niets. De dag voor de pas konden we kiezen of we in Thorung Pedi zouden slapen (wat 500m. klimmen was vanaf het vorige dorpje) of dat we in een keer door zouden gaan naar Highcamp (wat 900m. klimmen was). Gezien de hoogte was het slimmer om niet meer dan 500-600m. per dag te klimmen, maar meteen doorgaan naar Highcamp op 4900m. zou ons wel een flinke klim besparen als we de ochtend erna de pas over zouden moeten.
Omdat we ons in Thorung Pedi prima voelden en geen symptomen van hoogteziekte voelden besloten we door te gaan naar Highcamp en te kijken hoe we ons daar voelden. Gelukkig hadden we nergens last van en kwamen we samen met Sam en Simon aan op Highcamp. Daar hadden ze maar 1 guesthouse, wat erg druk en gezellig was omdat iedereen er naar uitkeek om de pas over te steken. Helaas was het weer niet zo super meer. Toen we aankwamen begon het zelfs te sneeuwen en er waren een aantal mensen die een dag langer waren gebleven omdat het uitzicht ’s morgens zo slecht was dat het zonde was om de pas over te steken. Na een hele middag en avond masala tea gedronken te hebben, gekaart en gekletst te hebben gingen we op tijd naar bed. We wilden nl. om 4 uur opstaan om onderweg de zon op te zien komen. Na een slechte nacht slapen door de hoogte waren we blij dat we op mochten staan en was het wonder boven wonder kraakhelder toen we de deur open deden! Om half 5 zat het hele guesthouse aan het ontbijt en even later vertrok iedereen met hoofdlampjes op aan de klim. De weg naar de pas toe was supermooi. Alle bergen waren besneeuwd en omdat de zon langzaam opkwam zag je steeds meer van de pieken om je heen. De maan stond ook nog erg laag wat voor een sprookjesachtig tafereel zorgde. We hadden gelukkig weinig last van de hoogte, maar kwamen onderweg wel een aantal mensen langs die er goed ziek van waren en per paard naar boven gebracht moesten worden. Rond 8 uur ’s morgens kwamen we op 5416m. aan en hebben we van het uitzicht genoten met Sam en Simon. Daarna moesten we dezelfde dag nog 1800m. naar beneden tot Muktinath, het eerstvolgende dorpje. Boven op de pas zaten we nog in de sneeuw, maar na de lange afdaling was het in Muktinath alweer zo’n 25 graden en zonnig! Muktinath ligt op de grens van de Upper en Lower Mustang. De Upper Mustang is een apart gebied in Nepal wat tegen Tibet aanligt. Het is een soort eigen koninkrijk binnen Nepal en heeft ook nog een eigen koning en wetgeving. Het schijnt er wel erg mooi te zijn en het is een woestijnachtig gebied. Om in de Upper Mustang te gaan trekken moet je een trekkingpermit kopen van 500 US dollar voor 10 dagen, dus er zijn weinig mensen die dat doen. De omgeving rond Muktinath is ook erg woestijnachtig en mooi om te zien. Het viel ons op dat we gedurende de Annapurna Trek al zoveel verschillende landschappen hebben gezien in korte tijd: rijstvelden met een tropische omgeving, naaldbossen in een soort alpenachtige omgeving, een rotsachtige omgeving zoals in een national park in Amerika, de gletsjer waar helemaal niets groeit en nu weer een woestijnachtige omgeving. Qua hoge pieken en hoogtepunten was de Everest Trek specialer, maar de Annapurna Trek was op een weer hele andere manier speciaal. In Muktinath zijn we naar een gecombineerd hindoeïstisch-boeddhistisch klooster geweest. De dag erna zijn we samen met Sam en Simon naar Kagbeni gelopen. Daar moesten we helaas afscheid van hen nemen omdat wij die dag door moesten naar Jomsom en zij daar de dag daarna pas heen gingen en vanuit daar naar Pokhara doorvlogen. Tijdens onze afscheidslunch hadden we voor het eerst in meer als een week even internet. Ik had de dag ervoor nog tegen Bart gezegd dat het zo lekker was om even niet bereikbaar te zijn, maar toen Bart zijn mail en whatsappjes even checkte kregen we slecht nieuws te horen. Sinds 1 september zat er een Indisch meisje in ons appartement die als expat voor Philips in Eindhoven werkte. Na 4 dagen in ons appartement moest ze alleen halsoverkop weer terug naar India omdat haar oma was overleden. In India is ze echter met haar ouders in een auto-ongeluk terechtgekomen en hierbij zelf om het leven gekomen. Haar vader is ook overleden en haar moeder ligt nog in een coma. Echt supertragisch en een schok voor ons om te horen ook al hebben we haar nooit ontmoet. Het ene moment ben je super aan het genieten van de mooie omgeving en de leuke mensen die je hebt leren kennen en het andere moment krijg je zo iets te horen. We waren dus even van slag en hebben meteen met Jeannine geskyped om het verhaal te horen en te horen wat er nu verder ging gebeuren. Op het moment dat wij het nieuws te horen was er door de makelaars in Eindhoven al van alles in gang gezet en was er zelfs al een nieuwe huurder gevonden. De nieuwe huurder wilde het appartement voor langere tijd huren, dus we moesten ook meteen gaan nadenken over hoelang we het appartement evt. aan de nieuwe huurders zouden willen onderverhuren. Wat een dag...
Maar goed, we hebben dus samen met Sam en Simon gegeten en omdat het zo leuk klikte hebben we afgesproken dat we ze in Nieuw-Zeeland gaan opzoeken. Geen slecht idee aangezien ze daar een vakantiehuisje aan een mooi meer hebben ;)
Na Kagbeni hadden we een beetje een dompergevoel vanwege het slechte nieuws en het afscheid van Sam en Simon. Dat werd nog eens versterkt doordat ons guesthouse in het volgende plaatsje, Jomsom, nogal tegenviel. We dachten er lekker te kunnen gaan eten maar in de 5 verschillende gerechten die we hebben gehad vonden we 5 verschillende haren... echt vies.
Snel weg uit Jomsom dus dachten we! We hadden gehoord dat je vanuit Jomsom mountainbikes kon huren om daarmee naar Pokhara te trekken en dat leek ons wel erg gaaf. Helaas bleek dit niet mogelijk te zijn omdat we nog net buiten het seizoen zaten. Door de monsoon kunnen er af en toe landslides optreden waardoor de weg niet meer te bereiden is en ze de fietsen vervolgens niet meer met een jeep vanuit Pokhara terug naar Jomsom kunnen krijgen. Jammer! Toen we dit wilden regelen kwamen we een paar jongens tegen uit de groep die we in Manang hadden leren kennen. Paul, Scott en Peter wilden de dag erna met een jeep of bus naar Tatopani doorreizen. Omdat we het na deze dag eigenlijk wel een beetje gehad hadden en we blaren en drukplekken op onze voeten hadden leek ons dat ook wel een goed idee. De volgende ochtend hebben we samen met ze geprobeerd een jeep of bus te regelen, maar dat bleek belachelijk duur te zijn. Uiteindelijk besloten we rond 10 uur om toch maar te gaan lopen, terwijl de jongens nog een paar uur op de bus wilden wachten. Omdat we al een deel van de ochtend kwijt waren aan het zoeken naar vervoer wilden we een beetje opschieten en hadden we er een flink tempo in. Rond 1 uur kwamen we in Chairro, een klein dorpje, aan en wilden we snel even wat eten. We konden alleen nergens een guesthouse vinden dus vroeg ik aan een van de locals waar we wat konden eten. Hij vroeg “are you hungry?” waarop ik natuurlijk enthousiast “Ja!” riep (tja wanneer niet, hehe). Hij nodigde ons vervolgens uit om bij hem thuis wat te eten en te drinken. Zijn naam was Raj en hij woonde in Pokhara. Hij was nu echter een maand in Chairro om zijn ouderlijk huis op te knappen. Het “huis” was een lemen hutje wat uit hout en yakpoep gemaakt was. Het had geen ramen en geen meubels van binnen, dus hij gebaarde dat we op het bed moesten gaan zitten. We kregen allebei een appel en wat masala tea en ondertussen begon Raj in gebrekkig engels (herhaaldelijk) te vertellen dat hij “teacher was van peace and gouvernment”. Hij ging alle scholen en universiteiten in Nepal langs om een soort colleges te geven, maar we snapten niet of dit vanuit de regering was of dat dit een soort persoonlijke missie was. Daarnaast was hij ook kapper en werkte hij in een schoonheidssalon in Pokhara. En hij had ook als missie om in Chairro naast zijn ouderlijk huis een tempel te bouwen. Hij had veel verhalen en plannen en we snapten er de helft niet van, maar we hebben maar vriendelijk geknikt en gelachen. Na alle verhalen minimaal 10 keer gehoord te hebben en zijn hele liefdesleven aangehoord te hebben zagen we in dat we Ghasa die dag niet meer zouden bereiken. Na ongeveer een uur kwam de buurman een schaal vol aardappels langsbrengen en ging Raj voor ons koken. Toen Bart hem vertelde dat hij onderzoeker is werd hij helemaal enthousiast en was Bart meteen zijn nieuwe beste vriend. Weer een uur later kregen we een bord vol met gekookte aardappels (incl. schil) en een schaaltje met zout en boter voorgeschoteld. Omdat we inmiddels echt honger hadden was het heerlijk!
Rond 4 uur hadden we een hele tour door zijn huisje gehad (incl. de kruipruimte die we met zaklamp moesten bekijken) en hadden we adressen uitgewisseld. Wie weet staat hij op een dag bij ons voor de deur!
We werden nog uitgenodigd om te blijven slapen, maar na een klein smoesje namen we afscheid en konden we onze tocht voortzetten. Ghasa zouden we helemaal niet meer gaan halen, maar omdat we toch zo dicht mogelijk in de buurt wilden komen zijn we op volle snelheid doorgelopen. Volgens de bordjes moesten we er 3 uur over doen van Chairro tot Saru, het volgende dorpje, maar daar kwamen we na ongeveer 1,5 uur al aan. Daar moesten we een rivier oversteken via een brug die half ontbrak, maar gelukkig hebben we vlak voor het donker werd een guesthouse gevonden in het dorpje Larjung.
Gister hadden we al een gekke dag, maar vandaag kwam aardig in de buurt!
De mensen van het guesthouse waren super aardig. We waren de enige gasten en hebben de hele avond Dipa, een schattig klein meisje, met haar engelse huiswerk geholpen omdat ze de dag erna een toets had.
Vanaf Larjung hebben we 9 uur gelopen tot aan Tatopani. Het was een superlange dag, waarin we onderweg ongeveer 3 uur vergezeld werden door een hond (Rataplan) die met ons meeliep. Langs de kant van het pad hadden we af en toe al wilde wietplantjes zien groeien, maar opeens viel het ons op dat er een heleboel oude locals stoned naast hun hutjes zaten. We werden zelfs af en toe gevraagd of we joints wilden kopen. Vlak na de lunch in Ghasa kwamen we een slang tegen die op het pad lag. Bart wilde de slang wegjagen door er een grote steen naar toe te gooien, maar de slang lag te slapen en die steen rolde precies bovenop de slang waardoor de slang klem kwam te zitten! Hoe krijg je het voor elkaar... Gelukkig kwam hij uit zichzelf weer los en kroop hij naar de zijkant van het pad, waarna we er snel langs zijn gelopen. Even later kwamen we op het pad 2 grote buffels en een kalf tegen. We liepen er rustig langs, maar toen we tussen de buffel en het kalf inkwamen werd de moeder boos en stormde ze op ons af. We moesten snel over een hek springen om haar te ontwijken. Even later had Bart ook nog een bloedzuiger aan zijn enkel hangen.
Ik heb het al twee keer eerder gezegd, maar wat een dag! We waren doodop en blij dat we rond 5 uur ’s avonds in Tatopani aankwamen. Tatopani lag erg laag, rond de 1100m. en staat bekend om zijn hotsprings. De hotsprings zijn 2 warmwaterbaden met “natuurlijk warm bronwater uit de bergen”. Na het eten hebben we onze spiertjes dus heerlijk laten ontspannen in de hotsprings!
We hadden nog 3 wandeldagen te gaan. Na de lange afdaling naar Tatopani hadden we de dag daarna echter weer een lange dag te gaan. We moesten nu namelijk weer 1800m. omhoog klimmen naar Ghorepani! Lang leve de bergen. Ghorepani is het plaatsje vanuit waar je Poon Hill kan beklimmen. Veel toeristen die naar Nepal komen hebben minder tijd en doen alleen de 4 tot 6-daagse Poon Hill Trek. Poon Hill ligt op 3210m. en vanuit daar heb je ook een schitterend uitzicht over de Annapurna’s. Vanuit Ghorepani zijn we dus om 4 uur ’s morgens opgestaan en in het donker Poon Hill opgeklommen om vanuit daar de zonsopgang te zien. Het was echt schitterend, maar omdat het veel toeristischer is stonden we er met 300 andere mensen. Dat was wel effe wennen na alle rust van Everest en de rest van de Annapurna Trek. Maar goed, het uitzicht was het wel waard. Bovenop de berg zagen we ook Peter uit Slovakije en de Israëlische vader en zoon Igal en Yona weer terug die we al vaker op de trek tegen waren gekomen. We liepen met Peter naar beneden en hebben de rest van de dag met hem verder gewandeld richting het volgende dorpje. Onze laatste bestemming van de Annapurna Trek was Ghandruk. Helaas stikte het hier van de bloedzuigers en kreeg Bart er weer eentje op zijn enkel. Vanuit Ghandruk zouden we nog 4 uur moeten lopen tot we de bus naar Pokhara zouden kunnen pakken, maar toen we ’s morgens begonnen te lopen stikte het weer van de bloedzuigers. Na een uur liepen we door een klein dorpje waar een bus stond. Toen de buschauffeur vroeg of we mee naar Pokhara wilden dachten we allebei meteen hetzelfde... Stik erin met die laatste 3 uur lopen, we nemen de bus! Het was een beetje smokkelen, maar met onze pijnlijke blaren en die bloedzuigers konden we er toch niet echt meer van genieten.
Om 12 uur kwamen we in Pokhara aan, na Kathmandu de grootste stad van Nepal. Pokhara is alleen een stuk relaxter als Kathmandu en ligt aan een mooi meer. Het heeft allemaal leuke restaurantjes en cafeetjes, dus het was de ideale plek om nog een paar daagjes bij te komen na de trek. De eerste middag hebben we heerlijk op een dakterras gezeten met een caramel frappuchino, tandoori mo:mo:’s en een uitzicht op het meer van Pokhara. Het bleek ook nog eens “wereld toeristendag” te zijn, dus ’s avonds was er een straatfestival met muziek en lekkere hapjes e.d. Op straat kwamen we weer heel veel mensen tegen die we op de trek hadden leren kennen, dus dat was erg gezellig en daarmee hebben we ’s avonds nog biertjes zitten drinken in de Amsterdam Bar. Twee dagen later zijn we gaan paragliden. We hadden al een paar dagen jaloers naar de paragliders zitten kijken die vanaf de bergen naar beneden kwamen en hadden ook een sprong van een half uur geboekt.
De ochtend waarop we zouden gaan springen was het een klein beetje bewolkt, maar dat trok gelukkig snel bij. In een jeep reden we met nog 2 Chinese toeristen naar de berg. Daar aangekomen werden de parachutes e.d. neergelegd en werd alles voorbereid. Ze vroegen wie er als eerste wilde springen, dus heb ik me maar opgeofferd. Van toekijken word ik toch alleen maar zenuwachtig. Terwijl mijn instructeur alles aan het voorbereiden was waren de andere instructeurs mij aan het proberen bang te maken door te zeggen dat hij een ontsnapte crimineel was en dergelijke. Thanx. Ik werd aan mijn instructeur vastgekoppeld en kreeg de instructies dat als hij “ja” riep, ik heel hard moest gaan rennen. Dus toen hij “ja” riep begon ik als een gek te rennen. Vlak voor de rand van de berg riep hij echter “no, no, stop!”. Er bleek toch niet genoeg wind te zijn, dus moesten we een tweede poging wagen. Ondertussen was Bart wel al startklaar en ging hij als eerste met zijn instructeur. Het was wel vet om hem weg te zien vliegen... eerst een stukje omlaag en daarna als de parachute genoeg wind pakte weer flink omhoog de lucht in. Bij mijn tweede poging ging het ook goed en al snel vloog ik ook omhoog. Het is wel super vet om aan die parachute te hangen en om je heen alle bergen, het meer en Pokhara te zien! De instructeur kon door te sturen ook zelf bepalen waar we heen gingen en hoe hoog of laag we gingen, dus hij zocht de parachute van Bart op en zo konden we naar elkaar zwaaien. Tijdens de sprong begon het weer echter opeens te veranderen. Er kwamen donkere wolken aan en het begon flink te waaien. Onze instructeurs gaven aan dat dat heel abnormaal was voor Pokhara omdat dat juist bekend staat om zijn rustige weer. Omdat ze geen weerstations hebben in Nepal moeten ze het echter doen met wat ze zien en weten ze van te voren niet of het weer gaat omslaan. Mijn instructeur gaf een paar keer aan dat dit echt abnormaal is en dat het de heftigste storm was die hij in 2 jaar tijd in Pokhara meegemaakt had. Oke... moet ik nu zenuwachtig worden? Wij hadden nog nooit eerder geparaglide, dus we hadden geen idee wat normaal was en wat niet. We hebben er in ieder geval wel van genoten. Om ons heen en onder ons door vlogen grote gieren, dus het was wel heel gaaf om daar overheen te vliegen. De instructeurs hadden een hekel aan die gieren (damn chickens!), want soms vallen ze de parachutes aan. Door de storm gingen we wat eerder landen dan gepland. Mijn instructeur riep vanuit de lucht naar wat jongens die op de grond waren dat ze ons moesten helpen met de landing en zei tegen mij dat het heftig kon worden. Nu werd ik toch een klein beetje nerveus, maar de landing verliep erg rustig en soepel omdat 2 jongens de parachute meteen tegenhielden bij het landen. Verderop waren er echter een aantal in het meer geland, omdat ze door de heftige wind te ver boven het meer waren gewaaid en niet meer konden terugkomen. Een paar minuten nadat ik geland was viel er een parachute 400m. uit de lucht naar beneden. Door de storm was de parachute in turbulentie terechtgekomen en was de parachute dichtgeklapt. We zagen hem gewoon recht naar beneden vallen, echt eng. Gelukkig kreeg die instructeur de parachute net voor de grond onder controle en was er niets aan de hand. Bart was echter een paar honderd meter verderop geland en hoorde daar dat er een parachute uit de lucht was gevallen. Hij had nog niet gehoord dat ik al veilig aan de grond was, dus tot hij ons vanuit de jeep zag was hij even bang dat wij naar beneden waren gevallen! Na ons is er verder ook niemand meer de lucht in gegaan die dag. De Chinezen die bij ons in de jeep zaten zijn niet eens meer gegaan en moesten het een dag later opnieuw proberen. Het was wel een hele vette ervaring, maar laat wel zien dat het niet altijd gegarandeerd goed gaat. Gelukkig hadden wij goede en ervaren gidsen die precies wisten wat ze wel en niet moesten doen, ook in stormachtig weer. Die kerel die naar beneden was gestort was volgens mijn gids gewoon roekeloos en dom bezig geweest.
Anyway, de dag erna hebben we mountainbikes gehuurd en hebben we een hele tocht door de bergen gemaakt. Ik wilde graag geen vlakke route maar zoveel mogelijk bergopwaarts dus het verhuurbedrijf had ons een mooie route meegegeven. Dat hebben we geweten... ik ben onderweg 3x doodgegaan en omdat we de route af en toe kwijt waren hebben we onze fietsen hele stukken over kleine wandelpaadjes omhoog moeten slepen, omdat fietsen niet mogelijk was. Gelukkig werden we geholpen door wat kleine schooljongetjes die het super interessant vonden dat een paar toeristen bij hun door de rivier fietsten en daarna de weg kwijt waren ;). Toen we het pad eenmaal weer gevonden hadden raakten we de weg vervolgens nog een keer kwijt. We dachten dat we op het goede pad zaten, maar het pad ging van breed naar steeds smaller naar het punt waar het bijna geen pad meer was. Op een gegeven moment leek het pad echt op te houden en konden we drie kanten op: de rijstvelden in, de jungle in naar links of de jungle in naar beneden. Na de jungle links verkend te hebben bleek dat geen optie te zijn. De rijstvelden dan maar... tot we de schrik van ons leven kregen: daar hing een mega grote spin in. Zonder grapjes te maken de grootste spin die we ooit gezien hadden. Het web was ongeveer 1 meter breed en de spin zelf incl. poten ongeveer 15cm. Het lichaam zelf was zo’n 5 cm. groot en de spin was knalrood met zwart. De rijstvelden waren dus ook geen optie, dus dan maar de jungle in naar beneden. Het nadeel was dat het pad ongeveer 30cm. breed was en aan de ene kant een soort van afgrond en aan de andere kant een berg. En de fietsen moesten eerst een meter naar beneden getild worden. Maar ja, aangezien dat de enige optie was moest het maar. Heel voorzichtig hebben we de fietsen op het paadje getild en zijn we voetje voor voetje het pad afgegaan. Na 3m. sloeg de schrik ons echter om het hart. Recht boven het pad, op zo’n 1,5m. hoogte hing weer zo’n spin. Zelfde formaat, alleen dan in het geel. Echt doodeng. Aangezien we niet veel keus hadden moesten we wel onder zijn web door. Bart heeft eerst voorzichtig de fietsen er onderdoor geschoven en moest er bukkend onderdoor... Zo’n lieverdje wil je niet in je haren (of in Bart z’n geval in je baard) hebben. Helemaal in paniek ben ik er vervolgens huilend onderdoor gekropen. Ik vond het vooral super eng dat we niet wisten of hij gevaarlijk was of niet en zag mijn einde al voor me in de jungle van Nepal ;) (Voor degenen die interesse hebben: we hebben later gegoogled welke soort het was en het was de “Nephilia Maculata” oftewel de “golden silk orb-weaver”. Het vrouwtje is de op 1-na grootste spin ter wereld, de mannetjes zijn veel kleiner. Hij is giftig, maar niet dodelijk voor mensen. Zijn gif heeft dezelfde inhoud als dat van de zwarte weduwe, maar is niet zo krachtig). Achteraf bleek het dus wel mee te vallen aangezien hij niet dodelijk was. Even later op het pad kwamen we nog zo’n ding tegen, alleen gelukkig hing deze niet midden op het pad. Nadat we ons door de jungle hadden geworsteld kwamen we op een droge rivierbedding uit. Ik was op dat moment het boek “further adventures of an Idiot Abroad” aan het lezen van Karl Pilkington en een van de lessen uit dat boek was dat als je verdwaald raakt in de jungle dat je altijd de rivier downstream moet volgen omdat je dan altijd bij zee uitkomt. Wel toepasselijk (behalve dat Nepal geen zee heeft) maar aangezien we in de verre verte gelukkig een huisje zagen liggen en weinig andere keus hadden hebben we de rivier inderdaad gevolgd. Met onze mountainbikes op onze schouder kwamen we bij het huisje aan in de hoop dat daar een pad lag. Er zaten wat locals buiten die ons vreemd aankeken, maar die niet konden praten. Er liep helaas geen weg, maar ze wezen wel in de richting van de volgende huisjes waar een smal paadje naar toe liep. Uiteindelijk kwamen we weer in de bewoonde wereld en was ik eindelijk de schrik een beetje te boven. Ik denk dat ik ook maar een boek ga schrijven... “the adventures of two idiots abroad”. Op het laatste stuk na was het mountainbiken toch wel heel gaaf geweest omdat de route verder wel heel mooi was. De dag erna pakten we ’s morgens vroeg de bus weer terug naar Kathmandu. Op het busstation bleek dat we bij allemaal bekenden in de bus zaten die we op de trek hadden leren kennen, dus dat was erg gezellig. Zo zaten we onder andere bij de Nederlandse Margareth die we op Poon Hill hadden leren kennen. Na een lange busrit kwamen we weer in ons vertrouwde hostel in Kathmandu aan, waar ook onze grote backpacks opgeslagen lagen. Eindelijk weer even andere kleren aan behalve die afritsbroek! Een uur later kwam Margareth ook ons hostel ingelopen! Ze bleek toevallig hetzelfde geboekt te hebben maar wist niet precies waar het lag en was dus niet bij hetzelfde punt als ons uitgestapt. Gezellig!
Toen bleken er nog veel meer Nederlandse meiden in het hostel te zitten, dus de dag erna zijn we met zijn allen heerlijke taartjes gaan eten bij de Snowman Bakery en ’s avonds zijn we met zijn allen uit eten gegaan.
Op 3 oktober lieten we Nepal achter ons en zijn we doorgevlogen naar Vietnam, via een tussenstop in Kuala Lumpur.

Voor meer foto's zie deze link:
https://www.facebook.com/media/set/?set=a.594807920557804&type=1&l=31e2145edf

  • 21 Oktober 2013 - 17:00

    Mischa:

    Wat een verhaal weer Han! Je moet wel tijd hebben om op de hoogte te blijven haha :)
    Heel herkenbaar allemaal dit stuk, leuk! Ben wel heel jaloers hoor...
    Ga zo door met lekker genieten! Liefs Mischa

  • 21 Oktober 2013 - 17:22

    Pim:

    Gaaaaaaf!
    mooi man

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart en Han

Actief sinds 01 Mei 2013
Verslag gelezen: 228
Totaal aantal bezoekers 25965

Voorgaande reizen:

01 Juli 2013 - 01 Juli 2014

Bart en Han op wereldreis

Landen bezocht: