Spring maar achterop bij mij, achterop m’n fiets…
Door: Bart en Han
Blijf op de hoogte en volg Bart en Han
29 Maart 2014 | Nieuw Zeeland, Queenstown
maar dat boeit me ook helemaal niets
En spring maar achterop bij mij, dan gaan we samen weg
en ik weet nog niet waar naar toe
maar dat maakt niet uit want ik weet wel de weg
Toen we een plan voor Nieuw Zeeland aan het maken waren leek het ons wel gaaf om het zuider eiland per fiets te doen. Ons plannetje werd ons door verschillende mensen afgeraden, o.a. omdat het verkeer op sommige wegen nogal druk kan zijn. Ook tijdens het fietsen werden we door meerdere mensen voor gek verklaard omdat Nieuw Zeeland veel bergen heeft en de afstanden redelijk groot zijn. Gelukkig zijn we koppig genoeg om niet altijd te luisteren naar anderen, want Nieuw Zeeland per fiets in 5 weken rondreizen was echt een enorm gave ervaring waar we zeker geen spijt van hebben. We kwamen onderweg elke dag wel een paar andere fietsers tegen die hetzelfde aan het doen waren of zelfs nog grotere plannen hadden zoals de wereld rond te fietsen. Hoe meer je reist, hoe meer je beseft dat wat wij aan het doen zijn niets is ten opzichte van sommige anderen: naast de wereld rondfietsen hebben we al mensen ontmoet die de wereld rondzeilen, een verhaal gehoord van een 18-jarige jongen die Nieuw Zeeland aan het rondwandelen is en onderweg naar zijn eigen eten jaagt, mensen die ooit van plan waren een jaar te gaan reizen en nooit meer opgehouden zijn met reizen… Je kunt het zo gek niet bedenken.
Ons plan blijft om het toch maar bij een jaar te houden. Het reizen bevalt ons erg goed en het is een once in a lifetime ervaring. Maar het is toch ook weer fijn om straks weer thuis te zijn, in ons eigen bed te liggen, aan onze mooie eetkamertafel te zitten en de belangrijkste reden, om jullie allemaal weer te zien! Maar goed, zover is het nog niet, dus we genieten nu nog even volop van al het moois wat we in de wereld tegenkomen!
Ondertussen blijft het voor ons ook leuk om al jullie verhalen te horen en daarom zou het leuk zijn als jullie ook wat vaker gebruik maken van de mogelijkheid om te reageren op onze verslagjes! Hint…
Op 28 februari namen we afscheid van het goede leven bij Sam, Simon, Andrea en Pete en lieten we een groot deel van onze bagage bij hen achter.
We hadden ieder 4 fietstassen op onze mountainbikes en hadden de tent en de matjes achterop vastgebonden. In de 4 tassen moesten o.a. kleren voor 5 weken, een jas en regenbroek, toiletartikelen, een slaapzak en kussentje, een kookstelletje, kookspullen, boodschappen, fototoestel, etc. mee.
Vol beladen stapten we op de fiets en lieten we een licht bezorgde moeder Andrea achter ons. We kregen op het laatste moment nog felgekleurde gele fietshesjes mee voor als we op drukke wegen zouden fietsen en moesten wel elke paar dagen wat van ons laten horen zodat ze wisten dat alles goed met ons ging! Nieuw Zeeland kent namelijk niet zoals in Nederland fietspaden of ventwegen maar heeft eigenlijk alleen maar hoofdwegen. Omdat het zuider eiland zo dun bevolkt is moet je eigenlijk wel over die hoofdwegen fietsen omdat er in grote delen ook geen kleinere wegen zijn. Het eerste stuk fietsten we van Blenheim naar Picton, een dorpje in het noordoosten van het eiland, vanuit waar de ferry naar het noorder eiland vertrekt. Het eerste stuk fietsten we dus over de drukke state highway nr. 1 en daar werd ons al snel duidelijk dat de gele hesjes niet voor niets waren, omdat de vrachtwagens vol met kaphout flink langs ons af scheurden. In Picton hebben we in de mooie haven boterhammetjes gegeten en daarna zijn we over de rustigere en mooie Queen Charlotte Drive vanuit Picton naar het westen gereden. De weg liep langs hele mooie baaien met azuurblauw water en ging al redelijk op en neer.
Na 81 km. eindigde onze eerste dag op een mooie camping aan een rivier, midden tussen Picton en Nelson. Daar aangekomen zetten we onze tent op, namen we een lekkere douche en gingen we eten koken, een ritueeltje wat we nog veel zouden gaan doen. Toen het buiten donker werd doken we onze tent in en vielen we moe maar voldaan in slaap. De eerste dag hadden we overleefd.
Dag 2 zou een kortere dag worden (56 km.) waarin echter wel twee “saddles” (flinke beklimmingen) zaten. We pakten ’s morgens onze spulletjes weer in en vertrokken weer vol goede moed. De beklimmingen waren mooi, maar door alle bagage die we meenamen gingen we maar langzaam de bergen op.
Na het laatste stuk langs de kust gefietst te hebben kwamen we al vroeg in de middag in Nelson aan. Via Wendy (collega van het ziekenhuis) kregen we de tip om bij het hostel “Tasman Backpackers” te gaan slapen omdat het een leuk hostel was en ze daar elke avond gratis ijs en chocolade pudding hadden! Dat zagen we na die 2 beklimmingen wel zitten! ’s Middags hebben we het stadje bekeken en ’s avonds hebben we bij het hostel gebarbecued en van het ijs en de pudding genoten!
Op dag 3 reden we vanuit Nelson met fikse tegenwind in noordelijke richting naar het begin van het Abel Tasman National Park. Onderweg moesten we nog een ferry nemen om met de fiets over een rivier heen te komen. Langs dit gedeelte van de tocht lag een fietsroute uitgestippeld waardoor we niet over de gewone weg hoefden te fietsen. Het was een mooie tocht, maar door de tegenwind duurde de dag heel lang en waren we blij dat we in het dorpje Kaiteriteri aankwamen. Kaiteriteri ligt aan de kust en heeft mooie stranden. Het kijkt uit over het Abel Tasman National Park. ’s Avonds hebben we lekker op het strand bij zitten komen onder het genot van een biertje.
Op dag 4 wilden we naar de andere kant van het Abel Tasman NP fietsen. Je kan helaas niet door het park heen, dus moesten we er omheen fietsen, via de beruchte Takaka Hill. De Takaka Hill is een niet eens zo heel hoge berg (791m.), maar hij heeft 365 bochten en het duurt vanaf deze kant 14 km. voordat je bij de top bent. Het was een pittig tochtje, maar het uitzicht vanaf de top en de afdaling die daarna volgden waren het wel waard. Na de Takaka Hill was het nog zo’n 25 km. voordat we bij het dorpje Takaka aankwamen. Simon en Pete hadden ons al gewaarschuwd dat er rondom Nelson en Takaka veel hippies zouden zitten, maar toen we vlakbij Takaka bij onze camping aankwamen keken we toch wel even onze ogen uit. We stonden op een camping waar veel bergbeklimmers en hippies kwamen. We hadden echt het gevoel dat we weer in de jaren ’80 waren beland. De hippies vroegen of we mee gingen zwemmen in de rivier naast de camping, maar omdat we Golden Bay ook nog wilden zien besloten we nog 9km. verder fietsen naar een volgend dorpje. Terug op de hippiecamping waren we kapot en besloten we in plaats van te douchen toch nog maar even in de rivier te springen… heerlijk na een lange dag fietsen! Ondanks dat de rest van de camping ’s nachts wakker heeft gelegen van een paar andere hippies die tot laat op waren hebben wij door de vermoeidheid van al het fietsen heerlijk geslapen! De volgende dag moesten we helaas weer terug over de Takaka Hill omdat we naar de westkust door wilden. Om bij de westkust te komen moesten we vanaf Takaka ongeveer 300 km. afleggen door de middle of nowhere, met onderweg maar 3 dorpjes. We hadden dus weinig keuze qua overnachtingen. De eerste nacht sliepen we in een camping met als enige faciliteit een compost toilet. De camping lag aan een rivier, dus nadat we aankwamen doken we de rivier weer in om schoon te worden en onze fietskleren te wassen. Om te kunnen koken moesten we water uit de rivier halen en na het eten ook weer afwassen in de rivier. Lekker primitief allemaal.
Hoe verder we naar het westen fietsten, hoe meer last we ook kregen van “sandflies”, kleine fruitvliegjes die bijten en daarna een paar dagen flink jeuken. De dag erna hadden we gelukkig een gewone camping waar we een heerlijke gewone douche konden nemen en een keer de was konden doen.
Op 4 februari kwamen we aan de westkust aan in Westport, een klein dorpje waar weinig te beleven viel. Maar ondanks dat er niet altijd van alles te doen was onderweg en we hele dagen op de fiets zaten, was het toch niet saai omdat het landschap zo mooi bleef en ook heel gevarieerd was. We fietsten door boomgaarden, door een kloof, langs een rivier, door de bergen, etc.
Wat dat betreft wordt NZ niet snel saai! Qua landschap was de westkust langs de Tasmanzee weer heel anders, met zijn kliffen en sterke wind en de Southern Alps in de verte. Vanuit Westport fietsten we langs een kolonie zeehonden bij Cape Foulwind en daarna door naar de Pancake Rocks in Punakaiki. De Pancake Rocks zijn een mysterieus verschijnsel wat door wetenschappers nog niet opgehelderd is. Het zijn allemaal platte rotsen die op elkaar gestapeld lijken te liggen, waarschijnlijk ontstaan door harde en zachte lagen sediment die op elkaar gedrukt zijn. Onder de rotsen liggen blowholes, grote gaten waar het water uit omhoog spat. We stonden er op een camping waar we wel een hoop Nederlanders tegenkwamen. Toen we bij zonsondergang naar de Pancake Rocks gingen kijken hebben we nog een tijd staan kletsen met een gezellig Nederlands stel, Jesca en Vincent, die naast ons op de camping bleken te staan. De volgende ochtend kregen we nog lekkere wentelteefjes van ze ☺
Na de Pancake Rocks reden we langs de westkust verder naar het zuiden, naar Greymouth, een industrieel dorpje waar weinig te beleven viel. Via een andere backpacker in Auckland hadden we echter een heel leuk hostel in Greymouth doorgekregen en besloten we daar een rustdagje in te lassen.
Het hostel was superleuk ingericht en lag aan een riviertje waarop we konden kayakken. Na een dagje lekker genikst te hebben konden onze billetjes er de dag erna weer volop tegenaan en reden we in 2 dagen naar de Franz Josef gletsjer. Onderweg veranderde het landschap langzaam aan en kwamen we steeds grotere bergen tegen. Ook haalden we onderweg de 1000km.!
Vanaf hier begon het mooiste gedeelte van onze fietsreis. Bij Franz Josef maakten we een wandeling naar de gletsjer. Bij het begin van de gletsjer hingen foto’s op van hoe de gletsjer er in 2008 uitzag en het was wel schokkend om te zien hoeveel de gletsjer teruggedrongen was in een paar jaar. Daarna reden we door naar de Fox gletsjer die ongeveer 25 km. verderop lag en ook daar maakten we weer een mooie wandeling. Vervolgens fietsten we in 3 dagen weer verder naar Wanaka.
Vanaf Greymouth tot Wanaka was er geen normale supermarkt meer, dus we hadden daar slim moeten inkopen om zo min mogelijk eten mee te hoeven nemen op de fiets, maar toch genoeg bij ons te hebben. Om in Wanaka te komen sliepen we weer 2 nachten op primitieve campings in de middle of nowhere. Een van de campings had niet eens stromend water en ze stikten allebei van de sandflies. Om in Wanaka te komen moesten we over de Southern Alps heen, en de enige manier om dat te doen was door over de Haast Pass heen te fietsen. De Haast Pass, is gelukkig niet zo heel lang, maar wel erg steil. Na de pas moesten we echter nog zo’n 75 km. langs Lake Wanaka en Lake Hawea fietsen, wat heel veel op en neer en op en neer was. Het uitzicht over de meren en de bergen was schitterend, maar omdat we al veel energie verbruikt hadden om de Haast Pass over te klimmen werd het een zware dag. Daarbij begon het ook nog te regenen, dus we besloten in Wanaka een hostel te nemen en er een dagje extra te blijven om Wanaka te bekijken. Wanaka is maar een dorp, maar samen met Queenstown wel een van de grootste dorpen van het zuiden van het zuider eiland. Wanaka heeft namelijk een supermarkt, jeej! Eindelijk weer een beetje normale prijs voor dingen betalen. We bleven in een YHA hostel, waar we meteen twee andere fietsers tegen het lijf liepen. We raakten aan de praat met een Fransman die de wereld over aan het fietsen was. Hij vertelde ons ook over een mooie weg die van Queenstown binnendoor naar Te Anau loopt. Die hebben we later ook gefietst, een erg goede tip! Terwijl we met hem aan het kletsen waren (en eigenlijk wilden inchecken voordat er geen kamer meer was) kwam een Engelsman met ons kletsen die ook de wereld rond aan het fietsen was. Binnen no time ging het gesprek dan ook over Ms. Lu in Kazachstan, die de visa regelden, en stonden wij er als het derde en het vierde wiel bij…
Dus konden we mooi gaan inchecken en er was gelukkig nog plek (bleek later helemaal vol te zitten). Toen we wilden betalen, zei de Engelsman: “Hebben jullie de low-carbon korting gekregen?”. Blijkbaar krijg je bij de YHA hostels 30% korting als je met de fiets of te voet komt, en dus minder CO2 verbruikt! Het meisje van de receptie was blijkbaar nieuw en wist dat niet, dus toch twee nuttige tips van onze wereldfietsers.
Die avond in Wanaka hebben we een heerlijke pizza aan de overkant van de straat gehaald, en in de mini-bios van het hostel naar een film gekeken. Daarna kregen we zelfs nog een stukje van de olympische spelen mee, wat we helaas veel moesten missen omdat het meeste voor ons ’s nachts plaatsvond. De volgende dag zijn we naar Puzzleworld gegaan, een supertof-totaal vreemd museum over puzzels, optische illusies en andere vreemde dingen. Er was zelfs een labyrinth buiten, wat we in no-time natuurlijk doorheen suisden met onze drielandenpunt ervaring. Maar vooral de optische illusies waren erg grappig! Ook is er in Wanaka een leuke bioscoop, die in plaats van stoelen, oude bankstellen en zelfs een Morris hebben. Uiteraard zaten we in de Morris en hebben 12-years a slave gezien, die de oscar voor beste film ook verdiend.
De dag erna was het alweer tijd om Wanaka te gaan verlaten, en naar Queenstown te gaan. In tegenstelling tot de route tot nu toe, waar altijd maar 1 mogelijke weg lag, hadden we nu de keuze uit twee wegen. Vlak en met een omweg, of over een flinke berg, maar mooier en korter. Het is natuurlijk duidelijk welke route we deden, namelijk de Crown Range: 43 km bergop! Het eerste stuk was gelukkig vals plat, dus het schoot wel goed op. Na een koffietje en een soepje in het ontzettend leuke Cardrona Hotel begon het echte klimmen en werd het wat pittiger. Maar bovenop werden we beloond met een supermooi uitzicht over Queenstown en het Wakatipu meer.
Sinds onze reis samen met Yves en Monica zitten Yves en Bart ons te pushen om een skydive te doen. Het lijkt mij doodeng, maar stiekem wilde ik het toch ook wel een keer proberen. Bart kreeg ook nog een cadeautje voor zijn promotie van me, dus we besloten in Queenstown een skydive te boeken.
Na een nacht niet geslapen te hebben van de zenuwen aten we de ochtend erna een stevig ontbijtje en haalden we voor de lunch een heerlijke hamburger bij Ferge Burger, de beste hamburgertent van NZ. Toen we ons melden bij het kantoortje van de skydive organisatie bleek de skydive die dag helaas niet door te gaan i.v.m. het slechte weer. Few! Ergens was ik heel opgelucht, al was het maar uitstel van de executie en betekende het dat ik nog een nacht niet zou slapen. De volgende dag hadden we een stralend blauwe lucht en was het dan zover. We konden kiezen tussen een sprong van 12.000 feet of 15.000 feet en hadden ons door het meisje van ons hostel laten overhalen om vanaf 15.000 feet te springen omdat je dan een vrije val van 60 seconden hebt. Erg nice… 60 seconden lang hopen dat die parachute toch maar open gaat terwijl je met 200km/h naar beneden valt… Maar goed, wie a zegt moet b zeggen. Strak van de zenuwen kwamen we aan bij de vliegbasis, drie kwartier buiten Queenstown gelegen. Het lag er echt supermooi, aan het meer en tussen de bergen. We kregen eerst een instructie en werden in mooie pakjes gehezen. Onze groep bestond uit 6 personen en er pasten maar 3 personen + instructeurs tegelijk in het vliegtuig. Wij moesten dus een ronde wachten voordat we mee mochten. Er schoot in die tijd vanalles door mijn hoofd, zoals wat gebeurd er als mijn instructeur flauwvalt en de parachute niet kan openen… Maar gelukkig kon een van de medewerkers van Skydive Paradise me geruststellen door te zeggen dat elke parachute een apparaatje met een hoogtemeter heeft die er voor zorgt dat de parachute bij een bepaalde hoogte altijd opengaat als dit nog niet gebeurd is. Of hij dit ter plekke verzon of dat het echt zo is weet ik nog steeds niet, maar het heeft mij in ieder geval wel gerust gesteld. Vanaf het moment dat we het vliegtuig instapten was er geen weg terug meer en waren mijn zenuwen voor een groot deel weg. Ik besloot dat de skydive te duur was om er niet van te genieten. Het vliegtuig had een kwartier nodig om op 15000 feet te komen en al die tijd hebben we alleen maar zitten genieten van het mooie uitzicht over de bergen en het meer. Toen ging er een rood lampje branden en zaten we op de juiste hoogte. Ik was als laatste ingestapt en moest er als eerste uit, gevolgd door Bart. Het moeilijkste van de hele sprong was misschien wel dat je je benen uit het vliegtuig moest hangen, dat voelt erg onnatuurlijk en roept gevoelens op van “wat ben ik in godsnaam aan het doen, ik wil nog niet dood”! Even diep inademen en proberen niets te denken en opeens is het dan zover, je instructeur heeft je uit het vliegtuig geduwd en je tolt een paar keer door de lucht voordat je stabiel hangt. Vanaf dat moment was het enige wat ik kon denken “wowwwww, wat is dit supergaaf! Waar was ik ook alweer bang voor? Moet je die bergen zien… en die andere bergen… en dat meer! Wat mooi allemaal! Je krijgt er zo’n vrij gevoel van als je in de lucht hangt en het geeft zoveel adrenaline! Voor ik het wist waren de 60 seconden om en hingen we aan de parachute. Ik had er geen seconde aan gedacht dat de parachute niet open zou gaan, het was een minuut lang genieten en veeeeels te kort!
Toen allebei onze parachutes open waren konden we naar elkaar zwaaien en zweefden we langzaam aan naar beneden.
Achteraf was het dus een ontzettend gave ervaring en ik zou het meteen weer gedaan hebben als het niet zo absurd duur zou zijn. Ik ben doodsbang geweest vooraf maar zou het nu iedereen die twijfelt aan willen raden. Dit komt zeker in de top 10 gaafste ervaringen van onze reis!
Na Queenstown zijn we doorgefietst naar Te Anau, in Fiordland. Fiordland is het gebied in het zuidwesten van Nieuw Zeeland en zijn naam verraad het al, er liggen ontelbare mooie fjorden. Om daar te komen konden we of een lange, drukke weg nemen, of een stuk afsnijden door het eerste stuk een stoomboot over Lake Wakatipu te nemen. Daarna moesten we 2 dagen door een hele mooie verlaten vallei fietsen waar o.a. scenes van Lord of the Rings opgenomen zijn. Het leek een beetje op Rohan uit Lord of the Rings, hele mooie uitgestreken vlaktes en bergen. Omdat dit geen doorgaande weg was kwamen we weer bijna niemand tegen onderweg en was het echt een schitterende route. Wat we wel tegenkwamen onderweg was een kudde koeien, stieren en kalfjes die op de weg stonden. Omdat er hekken langs de weg stonden konden ze niet uitwijken. Vanwege alle kalfjes waren zowel de koeien als de stieren erg beschermend en argwanend naar ons. Heel rustig fietsten we achter elkaar aan door de kudde met briezende koeien en stieren heen. Gelukkig hadden we niets roods aan en zijn we niet met een kopstoot van de fiets af gevlogen ;)
In Te Anau hadden we een 2-daagse cruise op een zeilschip geboekt naar de Doubtfull Sound. De twee bekendste fjorden van Fiordland zijn Millford Sound en Doubtfull Sound. Je kunt alleen bij de Doubtfull Sound komen door eerst een meer over te steken en vervolgens met een bus over een pas te rijden. De Millford Sound is gewoon per auto te bereiken en daarom ook veel drukker. De boottocht was ook een van de highlights van onze tocht door NZ. De fjorden zijn zo ontzettend groot, ruig en mooi! We hebben vele watervallen van honderden meters hoog gezien en heel veel wildlife zoals dolfijnen, zeehonden, blue pinguins en fiordland crested pinguins. Ook zijn we vanaf de boot nog een stuk wezen kayakken door een zijtak van de Doubtfull Sound. Daarnaast werden we ook ontzettend goed verzorgd op de boot en kregen we een heerlijk uitgebreid buffet als avondeten. We hadden een hele gezellig groep Nederlanders ontmoet op de boot, Ria, Gertjan en Freek Hilvers en Joost en Stephan, waarmee we de hele avond gezellig hebben zitten kletsen.
De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan om de zonsopkomst vanaf de boeg te bekijken. Het was erg spectaculair om als enigste boot in het fjord te drijven en door de laag hangende wolken langzaam aan meer kleur op de fjorden te zien komen. Wat ook erg spectaculair was was de “sound of silence’. Vlak voor we weer terugvoeren naar de haven heeft de kapitein alle motors uitgezet en iedereen verzocht om een paar minuten stil te zijn, zodat je echt alleen de natuur hoorde. Het klinkt suf, maar het was echt heel gaaf om echt even de tijd te nemen om te beseffen hoe mooi de wereld kan zijn!
Toen we weer aan het vaste land stonden zijn we met Joost en Stephan in hun backpackersbusje meegelift om ook de Milford Sound nog te bekijken. Ze hadden achterin het busje geen banken maar alleen een bed, dus we werden in steil rondgereden ;) De weg naar de Milford Sound was ook erg mooi: enorme rotswanden en steile bergen en weer heel veel watervallen. Het staat voor ons nu vast: Nieuw Zeeland krijgt een gedeelde eerste plek samen met Nepal in de ranglijst om mooiste land tot nu toe!
Na Te Anau zijn we via dezelfde weg weer naar Queenstown terug gefietst. Helaas kregen we onderweg onze eerste lekke banden: 2 afzonderlijke gaatjes binnen 5 km.! Zo heb je 1500 km. niets en zo heb je er 2 na elkaar.
Omdat we nog maar een dag of 9 hadden om vanuit Queenstown in het zuidwesten weer naar Blenheim in het noordoosten terug te komen moesten we tussen Queenstown en Lake Tekapo een bus nemen. De busmaatschappij waarbij we geboekt hadden gaf aan dat je je fiets mee mocht nemen in de bus maar dat de buschauffeur ter plekke bepaalde of er plaats was of niet. Een hele handige regeling, want wat doe je als je je reis al helemaal uitgestippeld hebt en de buschauffeur besluit je niet mee te nemen?
Dat is uiteindelijk wat ons overkwam omdat de overspannen en oververhitte buschauffeur ons niet mee wou nemen omdat er verderop nog 40 anderen in de bus zouden instappen, terwijl er vanaf Queenstown plek zat in de bus was en hij ons in ieder geval het eerste stukje mee had kunnen nemen. Anyway, ik zal niet alles beschrijven, maar de manier waarop de buschauffeur met ons en onze gehuurde fietsen omging valt in de top 10 minst leuke ervaringen tot nu toe en het verhaal zal voor hem waarschijnlijk nog wel een staartje gaan krijgen. Aangezien de busschauffeur ons in Queenstown achterliet moesten we een ander plan bedenken. Gelukkig konden we dezelfde middag nog met een andere bus mee en kwamen we ’s avonds toch nog in Tekapo aan.
Tekapo ligt aan een mooi meer, centraal in het zuider eiland. Bij helder weer is het ’s nachts de beste plek om sterren te bekijken in NZ. Er zijn twee observatoria waar je ’s nachts o.l.v. een gids sterrenstelsels kan bekijken. Heel gaaf, maar door het incidentje van die ochtend waren we allebei kapot en lagen we al vroeg in ons tentje. Vanuit Tekapo fietsten we in 3 dagen door naar Christchurch. Daar namen we weer een bus richting Hanmer Springs, om tijd te winnen maar ook om de hele drukke State Highway 1 te vermijden.
Het einde van onze fietstocht kwam in zicht! We zouden in 1,5 dag van Hanmer Springs naar St. Arnaud’s rijden, waar we nog een dagje met Sam en Simon zouden gaan mountainbiken. Simon had ons de weg door de Rainbow Valley aangeraden omdat het weer een vrij verlaten weg was door een hele mooie vallei. Toen we rond 4 uur ’s middags in Hanmer Springs vertrokken scheen het zonnetje en was het zo’n 25 graden. We moesten eerst een pas over om op zo’n 900m. hoogte uit te komen. Eerst raakten we flink verdwaald en toen we de weg gevonden hadden begon het enorm te regenen. Doorweekt en koud kwamen we boven aan en zouden we nog zo’n 25km. moeten fietsen tot we een camping tegenkwamen. Het werd echter steeds kouder en we hadden wind tegen, dus toen we langs de kant van de grindweg een paar andere tentjes en een houten hutje zagen staan, we besloten ons tentje daar langs te zetten. We zetten ons tentje beschut op onder een paar struiken en zijn daarna in het houten hutje gaan schuilen voor de regen en gaan koken. Tijdens het koken zei Bart op een gegeven moment “het regent niet meer, want ik hoor het niet meer op het dak vallen”. Ik zag het buiten echter nog wel regenen, dus ik zei voor de grap “nou ik zie het nog wel, dus dan zal het wel sneeuw zijn”. We keken elkaar verschrikt aan en toen we goed keken bleek het inderdaad te sneeuwen! What the… het is toch zomer in NZ? En vanmiddag was het nog 25 graden… Tja, dat is dus het veranderlijke weer in NZ. We trokken zoveel mogelijk laagjes aan (2 shirtjes, 3 truien, een sjaal, 2 paar sokken en een trainingsbroek) en probeerden zo warm mogelijk te blijven in ons tentje van 20 euro met haperende rits en onze zomerslaapzakken (comforttemperatuur 12 graden). Toen we net in de tent lagen kwamen de eigenaars van de andere tentjes ook terug. Het bleken een paar mannen en een zoon te zijn die waren jagen op wilde ganzen. Ze waren heel aardig en vroegen of we al gegeten hadden e.d. Het was dus wel fijn om te weten dat er nog iemand was (met auto) in het geval dat we onderkoeld zouden raken ;)
Goed hebben we niet geslapen, met water wat door de tent heen lekte, maar onderkoeld zijn we niet geraakt. De tent heeft het waarschijnlijk overleefd omdat we hem enigszins beschut onder de struiken hadden opgezet. Toen we de volgende dag de tent openritste was alles wit. Het was een prachtig gezicht! Achteraf konden we wel om de hele situatie lachen en is het weer een van onze avontuurtjes. We hebben lekker spek en ei en bruine bonen in tomatensaus gegeten met de ganzenjagers en hebben daarna onze weg vervolgt richting St. Arnaud’s. Omdat we geen water meer hadden hebben we onze flessen met sneeuw gevuld en water uit de rivieren gehaald om toch genoeg te drinken te hebben. Yup, weer zo’n primitief momentje, waardoor we gelukkig niet op het potje zijn beland. Maar Simon had gelijk, de tocht door de Rainbow Valley was de moeite wel waard, het was schitterend.
Uitgeput kwamen we ’s avonds in Hanmer Springs aan zijn we meteen op een terrasje neergeploft om te vieren dat onze fietstocht door het zuider eiland erop zat. We waren rond en hadden op de kop af de 2000km. gehaald!
Nog 1 nachtje in de tent en de volgende ochtend stonden Sam en Simon bij ons op de camping, klaar om nog een dagje samen te gaan mountainbiken.
Helaas hadden we een beetje een verkeerde route gekozen (extreem moeilijk, d.w.z. een supersteil wandelpad omhoog vol grote stenen) waardoor we het eerste deel vooral gelopen hebben. Toen het uiteindelijk lekker ging besloot Bart z’n mountainbike dat hij er echt genoeg van had en kreeg hij een lekke band. We hadden nog 1 reserveband en kregen van Simon even een lesje over hoe we die het beste er in konden leggen. Gevolg: 5 minuten later had Bart een klapband omdat de band er verkeerd in lag, hahaha.
Gelukkig konden Sam en Simon de auto halen en zijn we terug naar hun huis in Blenheim gereden! Eindelijk weer wat luxe, onze eigen spulletjes (normale kleding!!!) en een echt bed. We zijn nog een paar dagen bij Sam en Simon gebleven om bij te komen en hebben nog een typisch Nederlands afscheidsetentje voor hen en Simon’s ouders gekookt met o.a. sauseizenbroodjes, boerenkool met echte rookworst, hutspot en als toetje arretjescake.
Op 4 maart namen we de bus terug naar Christchurch. We waren neerslachtig dat we afscheid moesten gaan nemen van dit oh zo mooie land en van onze nieuwe vrienden. Het weer leek het met ons eens te zijn en we kwamen terecht in de heftigste storm die Christchurch in jaren heeft gehad.
Die nacht begon de langste dag die we waarschijnlijk zullen gaan meemaken. 5 maart duurde voor ons dit jaar namelijk 40 uur door het tijdsverschil tussen Nieuw Zeeland en Chili. Gelukkig kon ik mijn 30e verjaardag nog met een paar uurtjes uitstellen en nog even wat langer jong blijven!
Voor foto’s zie: https://www.facebook.com/media/set/?set=a.666717543366841&type=1&l=37943ea956
-
30 Maart 2014 - 11:14
Maartje:
één woord: WOW!!!! Wat een leuk verslag van jullie bijzondere ervaring van 2000km op de fiets, petje af!!! Dikke kus uit Uden -
06 April 2014 - 11:25
Mischa:
Ja Han, je moet wel iets vaker een stukje schrijven ja, want dan worden ze misschien wat korter.. ;)
Heerlijk om te lezen weer! Geniet ervan!
xx -
22 April 2014 - 14:59
Pim:
geniaaaaaaal! hier kan ik echt van genieten!
Jullie hebben mijn verjaardag op 4 maart dus langer gevierd dan ik zelf hahahaah
ik lees jullie snel weer hoop ik -
22 Mei 2014 - 18:09
Vincent En Jesca:
Beste Bart en Hanneke,
Wat een prachtige beschrijving van jullie trip in NZ. We hebben veel respect dat jullie zo'n groot deel van eiland op de fiets hebben gedaan en fijn om te weten dat we aan de nodige fietsfuel hebben kunnen bijdragen met de wentelteefjes :)
Zo te lezen zitten jullie nu in Bolivia met wederom fijne busavonturen. We hopen niet dat dit de rode draad wordt in jullie reis ;)
Onze reis zit er bijna op, althans dat hopen we. Zitten nu in Bangkok en lezen/horen net dat er nu een staatsgreep aan de gang is. We mogen zelfs de straat niet meer op vanwege een ingestelde avondklok. Zal vast wel loslopen allemaal, we vliegen morgenavond weer terug naar NL.
Geniet er nog van daar.
Bienvenidos!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley